Weer in bedrijf stellen
1. Verwijder de bougie.
2. Trek snel aan de startkabel om de resterende olie uit de
verbrandingskamer te verwijderen.
3. Reinig de bougie en controleer de elektrodeafstand
ervan. Vervang de bougie indien nodig.
4. De machine voorbereiden voor het gebruik.
5. Vul de tank met het juiste brandstof-/oliemengsel. Zie
hoofdstuk "Brandstof en olie".
MOTORSTORINGEN VERHELPEN
PROBLEEM
De motor start niet of start, maar loopt
niet verder
De motor start, maar draait niet met vol
vermogen.
Motor stottert.
Gering vermogen bij belasting.
Motor loopt onregelmatig.
Overmatige rookontwikkeling.
NL | Gebruiksaanwijzing
MOGELIJKE OORZAAK
Verkeerde startprocedure
Verkeerd ingesteld
carburatiemengsel.
Bougie onder het roet
Verstopt brandstoffilter.
Verkeerde hendelpositie op de choke.
Vervuild vonkenvanger.
Vervuild luchtfilter
Verkeerd ingesteld carburatie-
mengsel.
Verkeerd ingesteld carburatiemengsel.
Verkeerd ingestelde bougie.
Verkeerd ingesteld carburatiemengsel.
Verkeerd brandstofmengsel.
NL-11
CORRECTIE
Neem de aanwijzingen in deze handlei-
ding in acht.
Laat de carburateur door een
geautoriseerde servicedienst instellen.
Bougie reinigen/instellen of vervangen.
Vervang het brandstoffilter.
Zet de hendel op RUN (gebruik)
Vervang de vonkenvanger.
Filter verwijderen, reinigen en weer
plaatsen.
Laat de carburateur door een
geautoriseerde servicedienst instellen.
Laat de carburateur door een geautorise-
erde servicedienst instellen.
Bougie reinigen/instellen of vervangen.
Laat de carburateur door een geautorise-
erde servicedienst instellen.
Gebruik het juiste
brandstofmengsel (verhouding 40:1).