VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Waarschuwing! Bij het gebruik van op batterijen aangedreven apparaten
moeten ter bescherming tegen brandgevaar en tevens tegen lichamelijk
letsel en zaakschade enkele fundamentele veiligheidsmaatregelen, inclu-
sief de volgende voorschriften worden nageleefd.
Houd uw werkruimte in orde!
• W anorde in de werkruimte leidt tot ongevalsrisico's.
Houd rekening met omgevingsinvloeden!
• S tel het apparaat niet bloot aan regen. Gebruik het apparaat niet in
een vochtige of natte omgeving.
Houd kinderen op afstand!
• D it apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen
(inclusief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of een gebrek aan ervaring en/of gebrek aan kennis,
tenzij iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid toezicht
houdt, of wanneer deze hun aanwijzingen heeft gegeven, hoe het
apparaat moet worden gebruiken.
• E r moet toezicht zijn op kinderen, om te garanderen, dat ze niet met
het apparaat spelen.
Waarschuwing!
• G ebruik het meetapparaat alleen voor werkzaamheden die overeen-
komen met het voorgeschreven gebruik, zoals ze in de handleiding
zijn beschreven.
Controleer uw apparaat op beschadigingen!
• C ontroleer het apparaat voor het werk op beschadigingen. Con-
troleer of het apparaat naar behoren zal functioneren. Gebruik het
apparaat niet, als enig onderdeel defect is.
Bewaar uw apparaten op een veilige plaats!
• O ngebruikte apparaten en batterijen moeten op een droge plaats
worden bewaard die niet bereikbaar is voor kinderen.
1
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Reparaties:
• D it apparaat beantwoordt aan de betreffende veiligheidsvoor-
schriften. Reparaties mogen alleen door bevoegde vakmensen en
met originele reserveonderdelen worden uitgevoerd, anders bestaat
er gevaar voor ongelukken voor de gebruiker.
Extra instructies voor de batterijen
• L et bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit.
• B atterijen mogen niet worden kortgesloten. Er kan batterijvloeistof
weglekken.
• P robeer geen batterijen op te laden, die daar niet geschikt voor zijn.
De batterijen kunnen exploderen.
• H aal batterijen niet uit elkaar. Aanraking van de onderdelen kan lei-
den tot personenschade of brand.
• B atterijen niet verhitten of in vuur gooien. De warmteontwikkeling
kan tot een explosie leiden.
• V erwijder verbruikte batterijen onmiddellijk. Batterijen kunnen
leeglopen.
• R einig de contacten van het apparaat en de batterij voordat u nieuwe
batterijen plaatst.
• A ls er vloeistof op de batterij aanwezig is, maakt u deze voorzichtig
schoon met een doek. Vermijd aanraking met de huid.
• H aal de batterij uit het meetapparaat als het langere tijd niet gebruikt
wordt.
• U itlekkende elektrolyten kunnen leiden tot personen- en apparaat-
schade.
• B ewaar batterijen op een koele, droge plaats, zonder directe instraling
van zonlicht.
2