18
Storingen en oplossingen
Probleem
Bij het inschakelen
van de netspanning
gaat de LED Power
niet branden.
De LED's 1..8 van
de zones branden
bij de inbedrijfstelling
niet continu groen.
De LED's 1..8 van de
zones branden bij de
inbedrijfstelling niet
continu rood.
Ruimten worden niet
verwarmd resp. niet
gekoeld.
De LED brandt na de
inbedrijfstelling rood.
De ruimtetemperatuur
wordt niet correct
geregeld.
Oorzaak/oplossing
Er is geen netspanning.
f Controleer de spanning op
de wandcontactdoos.
f Controleer de zekering
van de zoneregelaar.
De zone kan niet worden
toegewezen.
f Controleer de
antenneaansluiting.
f Wijs de zone zo nodig
opnieuw toe.
De temperatuurvoeler kan
niet worden toegewezen.
f Controleer of de batterijen
van de temperatuurvoeler
correct zijn geplaatst.
f Controleer de draadloze
verbinding.
f Controleer de
antenneaansluiting.
f Controleer verwarming en
aanvoertemperatuur.
f Controleer de stand
van de schakelaar
spanningsloos open/
gesloten (zie pagina 9).
f Controleer de zekering
van de zoneregelaar.
Bij defecte zekering:
f Controleer de thermische
motoren op kortsluiting.
f Vervang de zekering.
In een van de temperatuurzones
is een storing opgetreden
(zie pagina 15).
f Controleer de draadloze
verbinding.
f Controleer de
antenneaansluiting.
f Controleer of de zone
correct is toegewezen.
f Controleer de batterijen van
de toegewezen toestellen.
f Controleer of aan de ruimte
een temperatuurvoeler
is toegewezen.
Toestellen toewijzen
Probleem
De LED
knippert snel.
De LED knippert.
De rode LED van
de ingeleerde
zone knippert na
het toewijzen.
Oorzaak/oplossing
Geen toestel geïnstalleerd.
f Installeer de toestellen
opnieuw.
Geen antenne aangesloten
of antenne defect.
f Controleer de
antenneaansluiting.
f Vervang zo nodig de
antenne door een nieuwe.
De kamerthermostaat
bedienings interface heeft nog
geen geldige sensorwaarde naar
de zoneregelaar gezonden.
Na ca. 3 minuten dooft
de rode LED.