5 Gebruik van het osmosewater
Osmosewater is uiterst zuiver en heeft derhalve bijna geen hardheid die als buffer voor de pH-waarde nodig is.
Daarom moet het osmosewater voordat het in een aquarium gebruikt wordt, eerst op de benodigde hardheid worden
ingesteld. Daartoe kan het met leidingwater worden gemengd, indien het leidingwater geen schadelijke stoffen bevat
(b.v. koper, nitraat, fosfaat).
Het is beter en veiliger het osmosewater gericht met DENNERLE Osmose ReMineral+ harder te maken. Zo kun-
nen de hardheid van het water en het gehalte aan mineralen precies worden ingesteld overeenkomstig de eisen die
de aquariumvissen hier aan stellen. DENNERLE gebruikt uitsluitend uiterst zuivere minerale zouten van farmaceutische
kwaliteit.
Aanbevolen waterwaarden:
Vissen
Discussen
Tropisch gezelschapsaquarium met neons,
scalaren, antennewelsen enz.
Malawi-cichliden
Tanganjika-cichliden
Voor wat betreft de eisen die gesteld worden aan het houden van speciale vissen wordt hier verwezen naar de desbetref-
fende vakliteratuur. U kunt hiernaar ook informeren bij uw dierenspeciaalzaak!
6 Buitenbedrijfstelling
·
De kraan sluiten.
De installatie kan ook automatisch door middel van een in de handel verkrijgbaar magneetventiel worden uitgescha-
keld. Dit wordt achteraf in de slang tussen de kraan en het actiefkoolfilter geplaatst.
·
Het is raadzaam de installatie minimaal eenmaal per week gedurende een 1/2 uur te gebruiken. Wanneer de instal-
latie langer dan 14 dagen niet gebruikt wordt, moet het osmosewater eerst gedurende ca. 1/4 uur via de afvoer wor-
den verwijderd wanneer de installatie opnieuw in gebruik genomen wordt. Daardoor wordt het water gezuiverd van
eventueel aanwezige bacteriën.
·
Voorkom dat het membraan bij langere stilstandstijden uitdroogt. Daarom is het het beste de slangeinden voor het
osmosewater en het restwater met een rubberen stop af te sluiten.
7 Onderhoudswerkzaamheden
De DENNERLE osmose-installatie werkt nagenoeg onderhoudsvrij. Om een zo
lang mogelijke levensduur van het membraan te waarborgen, is het noodza-
kelijk het zich na verloop van tijd op ieder osmosemembraan vormende bezink-
sel regelmatig door een spoeling te verwijderen. Wanneer het membraan niet
regelmatig wordt gespoeld, zet er zich kalk op het membraanoppervlak af wat
een verminderde prestatie en voortijdig uitvallen van de installatie tot gevolg
heeft.
Het membraan spoelen:
·
·
·
28
Totale hardheid
Carbonaathardheid
3 - 5 °d
4 – 7 °d
3 – 6 °d
8 - 12 °d
16 – 18 °d
De kraan sluiten.
De dopmoer van de bovenste fitting van de doorstromingsbegrenzer
afschroeven, de doorstromingsbegrenzer eraf nemen
zetstuk uit het uiteinde van de slang trekken
.
De kraan openen en de spoelprocedure overeenkomstig de volgende tabel
uitvoeren:
De hardheid van het water
·
De doorstromingsbegrenzer na de spoelprocedure weer aanbrengen.
8 Vervangen van het membraan
Het moderne DENNERLE polyamide/polysulfon-membraan heeft, indien het deskundig gebruikt wordt een levensduur van
3-8 jaar. De levensduur hangt met name af van de kwaliteit van het leidingwater, de bedrijfsomstandigheden, de gebru-
iksintensiteit, de verzorging van het membraan door regelmatig spoelen en van het feit of de voorfilters tijdig vervangen
1 - 3 °d
worden.
Indien
2 – 4 °d
(1) het geleidingsvermogen of de hardheid van het osmosewater meer dan 25% van het leidingwater bedraagt, of
5 – 8 °d
(2) de geproduceerde hoeveelheid osmosewater ondanks voor het overige correcte omstandigheden (temperatuur, druk, filter
niet verstopt) tot minder dan 70% van de oorspronkelijke hoeveelheid daalt, moet het membraan worden vervangen. De
installatie moet voor het meten van deze waarden 15 min. gespoeld en minimaal 2 uur in bedrijf geweest zijn.
9
Vervangen van het fijnfilter resp. van het actiefkoolfilter
9.1 Fijnfilter
Een verstopt fijnfilter is het duidelijkst herkenbaar aan het verminderde doorstromingsvermogen.
Het fijnfilter controleren:
·
De slangschroefverbinding op het deksel van het membraanhuis losmaken.
·
De kraan openen en de hoeveelheid uitstromend water aan de uitgang van het fijnfilter meten: Bij minder dan
1 l/min. moet het fijnfilter worden vervangen.
·
Over het algemeen moet het eenmaal per jaar worden vervangen, bij een slechte kwaliteit van het water vaker.
en het slangin-
9.2 Actiefkoolfilter
·
Het actiefkoolfilter dient eenmaal per jaar te worden vervangen, bij sterk gechloord leidingwater (chloorgeur!)
om de 6 maanden.
Totale hardheid
zacht
onder 7 °d
middel
7 – 14 °d
hard
14 – 21 °d
zeer hard
boven 21 °d
Vervangen van het membraan:
·
De kraan sluiten.
·
De dopmoer van de hoekfitting op het deksel van het membraanhuis afschroe-
ven en de slang uit de fitting trekken.
·
Het deksel van het membraanhuis er met de bijgevoegde sleutel afschroeven
Het membraan er voorzichtig met een tang uittrekken.
·
De twee O-ringen op het nieuwe osmosemembraan licht met vaseline (drogiste-
rij) invetten. Het membraan met de twee O-ringen voorop tot aan de aanslag in
het membraanhuis schuiven
·
De O-ring voor het deksel van het membraanhuis ook licht met vaseline invetten.
Het deksel van de behuizing er stevig opschroeven en de slang met het slangin-
zetstuk weer aansluiten. De algemene aanwijzingen voor fittings in acht nemen
(zie punt 10)!
·
De kraan openen en de installatie op lekkage controleren.
·
Het nieuwe membraan 2-3 uur laten werken. Het osmosewater uit die tijd NIET
gebruiken.
Spoelintervallen
om de 4 weken 15 min.
om de 3 weken 15 min.
om de 2 weken 15 min.
iedere week 15 min.
.
.
29