Voor Het Gebruik - gce mediline VARIMED Mode D'emploi

ook "snelkoppeling" genoemd. Na het verwijderen van de mannetjesonde sluit
de snelkoppeling zichzelf af.
Drukuitlaat II – is voorzien van een aansluiting met schroefdraad.
E – Bedieningsknop
De bedieningsknop wordt gebruikt voor het instellen van de uitlaatdruk (indien
van toepassing).
Overdrukventiel
Het overdrukventiel is bedoeld voor het verlagen van de overdruk in de
regelaar. Hij is achterop de body van de regelaar gemonteerd.
GEBRUIK
6.

6.1. VOOR HET GEBRUIK

6.1.1. Visuele controle voor het gebruik
•
Controleer het product (inclusief productlabels en aanduiding) en de gasfles
op beschadigingen. Verwijder hem bij beschadigingen uit de dienst en geef
de status op een passende wijze aan.
•
Controleer visueel of het product of de medische gasfles verontreinigd
is; gebruik indien nodig voor de regelaar de reinigingsprocedure die in dit
document is beschreven (indien nodig voor de fles, zie het reinigingsadvies
van de fabrikant van de fles).
•
Controleer of het tijd is voor onderhoud van het product of dat de totale
levensduur van het GCE-product niet is overschreden, aan de hand van
het serienummer dat achterop de regelaar is gestempeld (zie paragraaf 9).
Indien de inzet- of levensduur van het product is overschreden, de regelaar
uit bedrijf halen en de toestand vaststellen.
•
De inlaatstang van het product moet geschikt zijn voor het ventiel van de fles
met medisch gas (gas- /schroefdraadtype).
•
Controleer de aanwezigheid en de integriteit van inlaatstangafdichtingen/de
juiste grootte van de afdichting.
Het product is uitsluitend bedoeld voor gebruik met het gas dat op het
product is opgegeven. Gebruik het nooit voor ander gas.
6.1.2. Verbinding met ventiel medische fles
•
Controleer of u over de juiste fles met medisch gas beschikt. Neem contact
op met de gasleverancier voor gegevensbladen over medisch gas.
•
Verwijder de beschermdop van het flesventiel, richt het ventiel niet op
personeel of open vuur en open het ventiel heel even zodat water of vreemde
voorwerpen uit de ventieluitlaat worden geworpen.
•
Voordat u verbinding maakt met de fles moet u er voor zorgen dat de
ventieluitlaat en de inlaat van de regelaar schoon en vrij van olie en vet zijn.
• Monteer de regelaar op het flesventiel en zet hem vast.
•
Flessen moeten zich op een plek bevinden waar ze niet vervuild kunnen
worden met olie of vet en ze moeten stevig in staande stand worden
ondersteund.
De regelaar met een te hoog aanhaalmoment op het flesventiel monteren
kan schade veroorzaken.
31/44
NL