4. Onjuist gebruik
4.1 Voorzienbaar onjuist gebruik
Let op!
De circulatiepomp mag niet boven de op de afzonderlijke typeplaatjes vastgelegde grenswaarden m.b.t. spanning, toerental, druk
en temperatuur worden gebruikt. De voorgeschreven elektrische aansluitwaarden, montage- en waarschuwingsinformatie moet
worden nageleefd.
4.2 Restrisico
Dit apparaat voldoet aan de erkende regels van de techniek en de relevante veiligheidsrichtlijnen. Desondanks kan er bij het gebruik van het
apparaat sprake zijn van:
• Gevaar voor lijf en leden van de bediener of andere personen.
• Defecten aan het apparaat zelf.
• Defecten aan andere voorwerpen van waarde.
Onder de volgende omstandigheden is de veiligheid van personen en voorwerpen beperkt:
• Als een eventuele schade van de elektronische besturing niet meteen wordt gerepareerd.
• Het verhelpen van storingen, instel-, reinigings- en instandhoudings- en onderhoudswerkzaamheden die niet overeenkomen met de instructies
in de gebruiksaanwijzing.
•
• Als niet-geschoold personeel aan elektronische onderdelen werkt.
• Bij niet-naleving van de veiligheidsaanwijzigen en waarschuwingsstickers op het product en de veiligheidsaanwijzingen in de gebruiksaanwijzing.
• Bij ongeautoriseerde wijzigingen aan het apparaat.
• Bij gebruik van niet-originele reserveonderdelen van de fabrikant.
5. Beperking van aansprakelijkheid
Wij wijzen er nadrukkelijk op dat wij op grond van de Duitse wet inzake productaansprakelijkheid niet aansprakelijk zijn voor schade ontstaan
door ons apparaat, voor zover deze door een niet-naleving van de gebruiksaanwijzing, een niet-reglementair gebruik of een onjuiste reparatie is
veroorzaakt of wanneer er bij een onderdeelvervanging niet-originele onderdelen worden gebruikt en de reparatie niet door de klantenservice of
een geautoriseerde vakman werd uitgevoerd. Dat geldt ook voor toebehoren.
6. Montage en eerste ingebruikname
6.1 Staat van levering
Voor de inbedrijfstelling moet de circulatiepomp C10 altijd eerst op volledigheid, zichtbare gebreken en transportschade worden gecontroleerd.
• Controleer het apparaat op losse en omlaag hangende onderdelen resp. transportschade.
• Controleer de kabelisolatie.
• Volledigheid
6.2 Benodigde ruimte
De afmetingen en het gewicht van het apparaat
staan vermeld in de technische gegevens. Voor
onderhoudswerkzaamheden moet rechts van het
inschroef-verwarmingselement een vrije ruimte van
minimaal 50 cm worden ingepland.
6.3 Montagelocatie
Let op!
• De circulatiepomp C10 moet in een droge, vorst-
en tochtvrije ruimte worden gemonteerd.
• Het automatische ontluchtingsventiel moet eve-
neens op een vorstvrije locatie op het hoogste
punt binnen het ringleidingnetwerk worden
gemonteerd.
• Als het hoogste punt zich niet in een vorstvrije
ruimte bevindt, moet de vorstveiligheid van het
ventiel door isoleren en verwarmingslijnen veilig
worden gesteld.
• De circulatiepomp C10 moet horizontaal op een
vuurvaste ondergrond worden gemonteerd.
500
65