over de heg. Deze kan daar tijdens het knippen
gemakkelijk door de messen worden meegeno-
men.
• Beweeg de heggenschaar gelijkmatig langs de
kniplijn voorwaarts om de takken naar de messen
te voeren.
• Knip eerst de zijkanten van de heg en vervolgens
de bovenkant.
• Geadviseerd wordt om met de groeirichting mee
van onderen naar boven te knippen om de zij-
kanten recht te krijgen. Wanneer u van boven
naar beneden knipt, bewegen dunne takken naar
buiten. Daardoor ontstaan kale plekken of gaten.
• Span een richtsnoer over de hele lengte van de
heg op de vereiste hoogte om als laatste de bo-
venkant gelijkmatig te knippen.
• Kniptijd:
– Een loofhoutheg knipt u het best in juni en
oktober.
– Een naaldhoutheg in april en augustus.
– Coniferen en alle snelgroeiende heggen vanaf
mei ongeveer elke zes weken.
Let op! Zorg ervoor dat het mes niet in aanra-
king komt met materialen als prikkeldraad of het
hekwerk. Hierdoor kunnen zowel de materialen
als uw apparaat beschadigd raken.
4.3 Roterende handgreep
• Door de ontgrendelknop (figuur A-2) in te druk-
ken kan de handgreep tot maximaal 90º naar
links of 90º naar rechts worden gedraaid (figuur
D).
• Draai de handgreep naar links of rechts tot deze
in de 45º of 90º stand vastklikt. Om de instelling
weer te veranderen drukt u de ontgrendelknop
weer in.
• Door de stand van de handgreep te veranderen
heeft u een betere greep op de machine en een
meer natuurlijke houding wanneer u deze in
schuine of verticale stand gebruikt.
• Let op! De roterende handgreep kan niet ge-
draaid worden wanneer de startschakelaar
(figuur A-6) is ingedrukt en de motor is inge-
schakeld. De ontgrendelknop is dan geblok-
keerd.
5. ONDERHOUD
• Voor elke controle- of onderhoudsbeurt dient de
aansluiting van het apparaat op de elektrische
voeding te worden verbroken. Controleer of het
lampje van de lichtnetindicator (A-10) brand om
te zien of de aasluiting is verbroken.
• Het apparaat regelmatig schoonmaken en er
zorgvuldig mee omgaan; dit zal een goede wer-
king en een lange levensduur bevorderen.
• Na elk gebruik het mes schoonmaken. Gebruik
alleen een licht vochtige doek of zachte borstel.
Geen grote hoeveelheden water gebruiken.
• De messen moeten regelmatig worden gesmeerd
om steeds het beste snoei effect te bereiken.
Breng op het gereinigde mes een dun laagje olie
aan (bijvoorbeeld smeerolie of rijwielolie, e.d.).
• Ventilatieopeningen mogen niet verstopt raken,
regelmatig schoonmaken.
• Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
• Let op! De machine na afloop van de levens-
duur inleveren. Aan het eind van de levensduur
moet u de machine inleveren bij een inzamel-
punt. De machine mag niet bij het huisvuil
worden weggegooid.
6. PROBLEMEN
Als het apparaat niet start:
- de elektrische aansluitingen controleren
- het verlengsnoer controleren of een ander stop-
contact gebruiken
- stop kapot / gesprongen, vervang stop
- de hoofdschakelaar van de woning controleren
Het apparaat werkt af en toe:
- controleer verlengkabel of deze niet beschadigd
is
- interne bedrading beschadigt, neem contact op
met een erkende servicedienst
De messen blokkeren:
- het apparaat uitzetten
- voorwerp verwijderen (vb. dikke tak)
- machine opnieuw inschakelen
Het apparaat raakt oververhit:
- ventilatieopeningen schoonmaken
Het apparaat snijdt niet:
- snoeiobjecten zijn te dik
- mes versleten; laat messen vervangen of slijpen
Het mes is vastgeroest:
- smeer in met olie
- zorg dat de messen voortaan voldoende smering
krijgen
Bij andere dan de bovenstaande afwijkingen of als
6