• Het apparaat uitsluitend bij goed licht overdag of
met een overeenkomstige kunstmatige verlich-
ting gebruiken.
• Altijd controleren of de ventilatieopeningen van
het apparaat niet zijn verstopt.
• Oefen geen overmatige kracht uit op het ap-
paraat; laat het zijn werk doen met de snelheid
waarvoor hij is ontworpen.
• Binnen het werkgebied is de gebruiker verant-
woordelijk jegens derden voor eventuele schade
veroorzaakt door het gebruik van het apparaat.
• De aandacht niet af laten leiden en altijd goed
opletten waar u mee bezig bent. Verstandig te
werk gaan. Het apparaat nooit gebruiken als u
moe bent, als u zich niet goed voelt of als u onder
invloed bent van alcohol of andere verdovende
middelen.
• Wanneer het apparaat tijdens gebruik op een
obstakel stuit, altijd controleren op beschadigin-
gen alvorens het opnieuw in te schakelen, indien
nodig het apparaat naar een erkend serviceadres
brengen voor reparatie.
• Na het gebruik de aansluiting van het apparaat
op het elektriciteitsnet verbreken en op eventu-
ele schade controleren. In geval van twijfel een
erkende servicedienst raadplegen.
• Berg het apparaat op een droge, veilige en voor
kinderen onbereikbare plaats op.
• De beschermhoes weer aanbrengen voordat u
het apparaat opbergt of vervoert.
• Tijdens vervoer het apparaat nooit bij de voe-
dingskabel vasthouden, altijd de centrale hand-
greep gebruiken.
2.1 Elektrische veiligheidsvoorschriften
• De voedingsspanning dient overeen te komen
met de spanning aangegeven op het etiket met
de technische gegevens (230V ~ 50Hz). Geen
andere voedingsspanning gebruiken.
• Elektrische apparaten die buitenshuis gebruikt
worden moeten worden aangesloten op een
aardlekschakelaar met maximaal 30 mA uitscha-
kelstroom..
• Altijd vóór het gebruik controleren of het ver-
lengsnoer niet is beschadigd.
• Houd de verlengkabel en/of het netsnoer uit de
buurt van de messen.
• Gebruik een goedgekeurde verlengkabel voor
buitengebruik die op zijn minst van het type
H05RN-F is, met een diameter van 2 (of 3) x 1,50
mm2 of bij een lengte van meer dan 25 meter
2 (of 3) x 2,50 mm². Raadpleeg zo nodig een
elektricien. Rol verlengkabels altijd volledig uit
voordat u ze gebruikt.
• Kinderen moeten uit de buurt van op het elektri-
citeitsnet aangesloten apparaten worden gehou-
den.
3. MONTAGE
3.1 Onderdelen
1. Netkabel
2. Ontgrendelknop roterende handgreep
3. Kabeltrekontlasting
4. Messen
5. Beschermplaat
6. Startschakelaar
7. Aan/uit schakelaar
8. Roterende handgreep
9. Handgreep voorkant
10. Lichtnetindicator
3.2 Montage van de beschermplaat
Bevestig de beschermplaat (figuur B) op de aange-
geven wijze aan de voorzijde/zijkant van het appa-
raat. Gebruik hiervoor de 2 bijgeleverde schroeven
(figuur B).
3.3 Gebruik van de kabeltrekontlasting
Om de stekker beter vast te maken aan de ver-
lengkabel kunt u een lus maken in de verlengkabel.
De lus kunt u vervolgens door de opening in de
handgreep voeren en vastklemmen om de beves-
tigingshaak van de kabeltrekontlasting (A-3), zoals
weergegeven in figuur C. Wanneer deze goed vast
zit, maakt u de stroomkabel vast aan de stekker.
Hierdoor voorkomt u dat de stroomkabel per onge-
luk wordt losgetrokken.
4. GEBRUIK
4.1 Starten en stoppen
• De stekker van het apparaat op het stopcontact
van het verlengsnoer aansluiten.
• Start het apparaat door de startschakelaar (A-6)
tezamen met de aan/uit schakelaar (A-7) in te
drukken.
• Om het apparaat te stoppen laat u één van beide
schakelaars los.
4.2 Bediening
• Geen vochtige of natte heg knippen.
• Wanneer u de bovenkant van de heg knipt, knip
dan van u vandaan, maar zorg wel dat u uw even-
wicht niet verliest.
• Het is verstandig om steeds iets op te schuiven
en bij het knippen altijd twee voeten op de grond
te houden.
• De motor niet overbelasten.
• Leg de verlengkabel over uw eigen schouder
naar achteren en let erop dat deze tijdens het
knippen altijd achter blijft. Leg de kabel nooit
5