16. Radio
Druk eventueel op de toets RADIO om naar de radiomodus te gaan.
16.1. Zenders instellen
Aan de achterkant van het apparaat bevindt zich een telescoopantenne. Trek de
antenne helemaal uit en/of verdraai deze voor een optimale ontvangst.
Druk op de toets TUNING of om een gewenste frequentie in te stellen.
Het instellen gebeurt in stappen van 0,1 MHz.
Houd een van de toetsen ingedrukt om automatisch naar de volgende zender te
zoeken.
16.2. Zenders opslaan en beluisteren
16.2.1. Zenders automatisch opslaan
Houd de toets AMS ingedrukt totdat het zoeken naar zenders automatisch
start. Alle gevonden zenders worden nu een voor een automatisch opgeslagen.
Dit kan alleen worden gedaan, als de radio ingeschakeld is.
Druk op de toets TUNING of om het automatisch opslaan te beëindigen.
16.2.2. Zenders handmatig opslaan
Stem af op de radiozender die moet worden opgeslagen.
Houd de toets PRESET/PROGRAM ingedrukt totdat op het display knippe-
rend de aanduiding van de geheugenlocatie (bijv. P01) wordt weergegeven.
Selecteer, terwijl de aanduiding knippert, met de toetsen TUNINGof de
geheugenlocatie voor deze zender.
Druk opnieuw op de toets PRESET/PROGRAM om de zender op te slaan; de
ingestelde frequentie wordt weer getoond.
16.2.3. Zenders beluisteren
Druk kort op PRESET/PROGRAM. Op het display verschijnt de aanduiding
voor de geheugenlocatie (bijv. P01).
Met de toetsen TUNING of roept u de opgeslagen zenders weer op.
Alternatief:
De eerste vier geheugenlocaties kunt u direct oproepen door op de toetsen
ONE TOUCH PRESET 14 te drukken.
194