1
Houd de OPR-toets 3 seconden of langer ingedrukt.
De LED-statusindicator begint heel snel te knipperen en dit toestel
gaat in de koppelstand.
Opmerking
De koppelstand wordt automatisch geannuleerd als het koppelen niet binnen
5 minuten gebeurt of handmatig door op de OPR-toets te drukken. Als de
koppelstand halverwege wordt geannuleerd, begint u opnieuw vanaf stap 1.
2
Voer de koppelingsmodus uit op het BLUETOOTH-
bronapparaat voor stereogeluid om dit apparaat te
herkennen.
Op het scherm van het BLUETOOTH-bronapparaat voor
stereogeluid wordt een lijst met herkende apparaten weergegeven.
Dit apparaat wordt weergegeven als "TDM-BT1".
Als "TDM-BT1" niet wordt weergegeven, herhaalt u de procedure
vanaf stap 1.
Opmerkingen
• Zet bij het koppelen beide BLUETOOTH-apparaten binnen 1 m afstand
van elkaar.
• Bij bepaalde apparaten kan de lijst met herkende apparaten niet worden weergegeven.
• Om het BLUETOOTH-bronapparaat voor stereogeluid te bedienen,
raadpleeg de gebruikershandleiding van het apparaat.
3
Selecteer "TDM-BT1" op het display van het
BLUETOOTH-bronapparaat voor stereogeluid.
4
Als er een pascode* moet worden ingevoerd op het
BLUETOOTH-bronapparaat voor stereogeluid, voert u
"0000" in.
Bij voltooiing van de BLUETOOTH-koppeling knippert de LED-
statusindicator traag en koppelingsinformatie wordt op dit apparaat
opgeslagen.
* Pascode kan "wachtwoord", "PIN-code", "PIN-nummer" of "paswoord"
worden genoemd.
Opmerkingen
• Bepaalde BLUETOOTH-bronapparaten voor stereogeluid maken mogelijk
automatisch een verbinding met het apparaat als het koppelen voltooid is.
Andere apparaten zult u handmatig moeten verbinden.
• Als u dit toestel of het BLUETOOTH-bronapparaat voor stereogeluid
loskoppelt, voor het voltooien van een verbinding, wordt de
koppelingsinformatie niet opgeslagen en zal het koppelen niet worden voltooid.
8
NL
O
P
R
O
P
R