NL
6
Op de SD-kaart wordt een map FLOG
aangemaakt. Daarin zitten 2 andere mappen,
die aan de hand van de CAN ID's automatisch
benoemd resp. toegekend worden.
De ID van de regelaar – voor de logs, die
vóór het insteken van de logger werden
gegenereerd,
ID van de datalogger, waarin alles
vanaf het insteken van de logger wordt
opgeslagen.
Parameter
Timestamp
Cooling Buffer Temp (S1)
PWC Direct Flow Temp (S2)
PWC Return Flow Temp (S3)
S4
PWC Return Flow Rqr Temp
PWC Direct Flow Rqr Temp
Cooling Buffer Pump (R1)
Cooling Circulation Pump (R2)
R3
60/64 – K410061100000-00 – 07.2020 – © www.kemper-olpe.de
Loggegevens
In elk submap worden twee CSV-tabellen
aangemaakt.
•
De MLOG.CSV dient als
gebeurtenissenlogboek, waarin alle
foutmeldingen en wijzigingen van
instellingen worden gedocumenteerd.
•
De LOG.CSV slaat de volgende
bedrijfsgegevens op:
Uitleg
Datum en tijd van de opgeslagen instelwaarden
Bedrijfsmiddeltemperatuur in het buffervat
(werkelijke waarde)
Koudwaterkoeler-PWC-C
uitlaattemperatuur (werkelijke waarde)
Koudwaterkoeler-PWC-C
inlaattemperatuur (werkelijke waarde)
Niet bezette sensoringang
Ingestelde koudwaterkoeler-PWC-C
inlaattemperatuur (gewenste waarde)
Ingestelde koudwaterkoeler-PWC-C
uitlaattemperatuur (gewenste waarde)
Toestand pomp bedrijfsmiddel
(off/on)
Toestand circulatiepomp
(off/on)
Toestand relais uitgang 230V aan connectorcontact 1
(closed/open)