BEDIENING
Instellingen
Schakel het toestel in of uit door de netschakelaar aan de
rechterzijde van het toestel te bedienen.
Wanneer het toestel gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt (bijv. tijdens de zomermaanden), schakelt u het
toestel uit.
Alle instellingen blijven behouden, wanneer het toestel wordt
uitgeschakeld of bij een stroomonderbreking. Het toestel be-
schikt over een werkingsreserve, zodat de dag van de week en
de tijd gedurende enkele uren behouden blijven.
Info
Wanneer het toestel zich eerder in timerwerking be-
vond en gedurende langere tijd uitgeschakeld was,
wordt na het inschakelen gevraagd de dag van de
week en de tijd in te stellen. Zolang er geen instelling
is uitgevoerd, werkt het toestel in comfortwerking.
4.3 Stand-bywerking
Materiële schade
!
In stand-bywerking schakelt het toestel de verwar-
ming nooit in. Er is dan geen vorstbescherming.
Om de bedieningseenheid in te schakelen, drukt u op de
toets " ". De standaardweergave verschijnt.
Om de bedieningseenheid en het verwarmingstoestel in
stand-bywerking te zetten, drukt u op de toets " ". Op
het display verschijnt "- - - -".
5. Instellingen
5.1
Standaarddisplay
De standaardweergave wordt continu weergegeven. Wanneer
u zich in het menu bevindt en u langer dan 20 seconden geen
bediening uitvoert, gaat het toestel automatisch naar de stan-
daardweergave.
In de standaardweergave ziet u de actueel ingestelde kamer-
temperatuur en het symbool "Parameter bewerkbaar". Met de
toetsen " " en " " kunt u de ingestelde kamertemperatuur
wijzigen.
Wanneer de ingestelde kamertemperatuur overeenkomt met
een van de ingestelde waarden voor comfort- of verlaagde
temperatuur, verschijnt in de menubalk het symbool van de
overeenkomstige werkwijze (comfortwerking, verlaagde wer-
king).
De ingestelde kamertemperatuur kan ook in timerwerking
handmatig worden gewijzigd. De gewijzigde kamertempera-
tuur blijft behouden tot aan het volgende geprogrammeerde
schakeltijdstip.
40 |
5.2 Basismenu
Om naar het basismenu te gaan, drukt u kort op de toets "M".
U kunt nu de volgende menuopties oproepen:
Display
Beschrijving
Dag van de week en tijd instellen
Comforttemperatuur instellen
De comforttemperatuur moet minstens 0,5 °C hoger inge-
steld zijn dan de verlaagde temperatuur.
Verlaagde temperatuur instellen
Functie "Venster-open-herkenning" in- en uitschakelen
Tijdprogramma (Pro1, Pro2, Pro3) selecteren of deactive-
ren (off)
Functie "Adaptieve start" in- en uitschakelen
Als u de instelling van een menuoptie wilt wijzigen, roept u
de gewenste menuoptie op met de toetsen " " en " ". Druk
op de toets "ok".
Zodra het symbool "Parameter bewerkbaar" verschijnt, kunt u
met de toetsen " " en " " de instelling van de menuoptie wij-
zigen. Om de instellingen op te slaan, drukt u op de toets "ok".
Om het basismenu te verlaten, drukt u op de toets "M". De
standaardweergave verschijnt.
5.3 Configuratiemenu
Display
Beschrijving
I1-I2
Actuele waarden
Pro1-Pro3 Klokprogramma's
P1-P5
Parameter
In het configuratiemenu kunt u actuele waarden oproepen,
de klokprogramma's voor timerwerking programmeren en
parameters instellen.
Om naar het configuratiemenu te gaan, houdt u de toets "M"
ingedrukt. Na ca. 3 seconden wordt de actuele waarde I1 weer-
gegeven.
Met de toetsen " " en " " kunt u schakelen tussen de verschil-
lende actuele waarden, klokprogramma's en parameters.
Om het configuratiemenu te verlaten, drukt u op de toets "M".
De standaardweergave verschijnt.
E 500-3000