➤ Draag een veiligheidsbril bij werkzaamheden aan
het reservoir (vullen, reinigen, onderhoud) en
gedurende de werking.
➤ Straalmiddelresten op de afdichting leiden tot
lekkage en voortijdige slijtage. Maak na het vullen
de schroefdraad en afdichting schoon en draai de
deksel er stevig op.
➤ Gebruik geen oplosmiddelhoudende reinigings- of
desinfectiemiddelen.
➤ Oplosmiddelen of detergenten kunnen leiden tot
vorming van microscheurtjes in de kunststof
(expansiegevaar). Reinig de reservoirs en
deksels alleen door schoonwrijven/uitwrijven met
een droge doek. Breng op de reservoirs geen
opschriften of etiketten aan.
➤ Schroef de reservoirdeksel niet los zolang de
druk niet is afgelaten.
➤ Controleer voor inbedrijfstelling of de
reservoirdeksel stevig vastzit. Niet goed gesloten
reservoirdeksels kunnen explosief loskomen.
Door wegvliegende onderdelen en het plots
vrijkomende straalzand ontstaat gevaar voor
verwonding.
➤ Gebruik de zandstralers nooit zonder geschikte
afzuiging en geschikte persoonlijke
beschermingsmiddelen. Het type afzuiging moet
worden aangepast aan het stof dat tijdens het
zandstralen ontstaat. Neem de EN 60335-2-69,
bijlage AA in acht of neem contact op met de
bevoegde instantie.
➤ Bij onoordeelkundig gebruik bestaat gevaar voor
verwonding van ogen en huid.
➤ Zandstraal nooit in de richting van de ogen of op
onbedekte lichaamsdelen!
➤ Zandstraal nooit met geopend kijkvenster!
➤ Gebruik de voetschakelaar niet zolang de
toevoerslang voor perslucht is aangesloten –
gevaar voor verwonding door zwiepen van de
slang.
➤ De gebruiker is verantwoordelijk voor het naleven
van de nationale voorschriften met betrekking tot
de werking en regelmatige veiligheidscontrole
van elektrische apparaten. In Duitsland zijn dit de
BGV A3 in combinatie met VDE 0701-0702.
5. Inbedrijfstelling
5.1 Vóór inbedrijfstelling
Controleer het artikel voor inbedrijfstelling op
eventuele transportschade. Meld transportschade
direct bij de leverancier.
5.2 Plaats van opstelling
Stel het apparaat op op een droge, vlakke en
slipvaste plaats.
5.3 Aansluiting voetschakelaar
• Neem de voetschakelaar uit de straalkamer.
• Steek het met 'A' gekenmerkte uiteinde van de
slang (20) tot aan de aanslag in de met 'A'
gekenmerkte slangaansluiting (11) op de
zandstraler.
• Steek het met 'B' gekenmerkte uiteinde van de
slang (20) tot aan de aanslag in de met 'B'
gekenmerkte slangaansluiting (19) op de
zandstraler.
Bij het vastzetten van de slangen is een lichte
weerstand te voelen.
Afb. 2
NLD
5