nl
6
Temperatuurindicatie
Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de diepvriesruimte in °C.
7
Toets "Super freeze"
Dient om het supervriessysteem
in en uit te schakelen.
Brandt als het supervriessysteem
actief is.
8
Indicatie Rest mode
Wordt gemarkeerd wanneer de
Sabbath-modus is ingeschakeld.
9
Toets eco
Dient voor het in- en uitschakelen
van de eco-modus.
Brandt wanneer de eco-modus is
ingeschakeld.
10
Toets lock/alarm off
De toets dient voor het
uitschakelen van het
■
alarmsignaal (zie het hoofdstuk
Alarmfunctie)
in- en uitschakelen van de
■
toetsblokkering.
11
compartment-toets voor de
compartimentkeuze
Dient voor het selecteren van een
compartiment. Dat is noodzakelijk
om de temperatuur van dit
compartiment te wijzigen of om
bepaalde functies in te schakelen.
12
Insteltoetsen +/-
De toetsen dienen voor het
instellen van de temperaturen in
de koel- en diepvriesruimte.
13
Toets „timer"
Met deze functie kunt u
een tijdverloop instellen en wordt
u door een akoestisch signaal
gewaarschuwd. Zie hoofdstuk
„Speciale functies".
72
14
Toets Vacation
Dient voor het in- en uitschakelen
van de vakantie-modus.
Brandt wanneer de vakantie-
modus is ingeschakeld.
Apparaat inschakelen
1. Steek eerst de stekker in de
aansluiting aan de achterzijde van het
apparaat. Controleer of de stekker
goed is aangesloten.
2. Steek dan het andere uiteinde van de
kabel in het stopcontact.
Het apparaat is nu ingeschakeld en er
klinkt een alarmsignaal.
Om het alarmsignaal uit te schakelen,
drukt u de lock/alarm off-toets in.
De indicatie alarm verdwijnt zodra het
apparaat de ingestelde temperatuur
heeft bereikt.
De vooringestelde temperaturen worden
na meerdere uren bereikt. Leg pas
daarna levensmiddelen in het apparaat.
De fabriek adviseert de volgende
temperaturen:
Diepvriescompartiment: –18 °C
■
hyperFresh-compartiment: 0 °C tot
■
2 °C
Koelcompartiment: +4 °C
■