3.2 De generator aansluiten
Raadpleeg "Aanbevolen systeemlay-out" op pagina 25 voor de gewenste systeemconfiguratie.
Controleer of de leidingen van de luchttoevoer en van het toepassingsinstrument zijn aangesloten op de juiste poorten
aan de achterkant van de generator. Als ze in de verkeerde richting zijn aangesloten, kan dit leiden tot overmatige
temperaturen, brandwonden of brand.
Omwikkel de schroefdraad van de meegeleverde klemringkoppelingen acht keer met PTFE-tape. Verwijder de stickers op de poorten van de
filters en steek de klemringkoppelingen erin.
1
Sluit de generator aan op de luchttoevoer aan de hand van een drukontlastingsventiel, een drukregelaar en een afsluitklep. Laat de klep op
dit moment nog in gesloten stand. Het drukontlastingsventiel moet ingesteld zijn op 11 bar g.
2
Monteer een stroomregelingsklep, een terugslagklep en een 3-wegs kogelventiel met demper op de uitlaatfilter van de generator.
3
Sluit het kogelventiel aan op de toepassing d. m.v. een leiding van schoon roestvrij staal of een vooraf gereinigde, geïsoleerde koperleiding,
en verbindingsstukken.
De leidingen en de verbindingsstukken moeten geschikt zijn voor de toepassing en moeten gekeurd zijn voor minstens de maximale
bedrijfsdruk van de generator.
Gebruik geen plastic leidingen om de generator aan te sluiten op de toepassing, want dit kan verontreiniging van de
koolwaterstofvrije lucht veroorzaken.
Gebruikt PTFE-tape op de BSPT-verbindingsstukken. Gebruik geen dichtingsmiddelen, want deze kunnen de
koolwaterstofvrije lucht verontreinigen.
3.2.1 Stroomvoorziening
Raadpleeg de kenplaat voor de juiste netspanning en -frequentie. Selecteer het geschikte elektriciteitssnoer en sluit het aan op de geschakelde
IEC 320-contrastekker op de generator. Steek de stekker rechtstreeks in het stopcontact. Gebruik geen verlengsnoer.
3.2.2 De generator stapelen
De generator kan worden geherconfigureerd zodat waterstofgeneratoren van de Parker Hannifin H- en HMD-reeksen veilig bovenop kunnen
worden gestapeld. Om de generator te herconfigureren, draait u de twee borgschroeven los en verwijdert u het bovenste onderhoudpaneel (1).
Verwijder de twee borgschroeven aan de achterkant van het bovenste deksel (2). Sluif het deksel naar achter tot de nylon
bevestigingsschroeven uit hun sleuven zijn en verwijder het deksel.
Verwijder de twee schroeven aan de achterste beugel. Hef de beugel uit de machine en bewaar hem samen met het deksel op een veilige plek.
Plaats de waterstofgenerator op de zero air-generator.
Opmerking. De rubberen voetjes van de waterstofgenerator moeten worden geplaatst in de montagegaten (4) in de chassis van de Zero Air-generator.
A
De bovenplaat is ontworpen om een maximale belasting van 30 kg (66lbs) te kunnen weerstaan. Plaats geen andere
voorwerpen dan de Parker Hannifin waterstofgenerator op deze plaat.
26
B
4