Zaagtechniek
•
Ondersteun het werkstuk zo dat te voorspellen is wat
er kan gebeuren en dat de zaagsnede tijdens het
zagen op blijft.
•
Hou de machine altijd met beide handen stevig beet.
Duimen en vingers moeten daarbij rond de
handgrepen worden gehouden.
•
Controleer dat het zaagblad niet in contact staat met
andere voorwerpen als u de machine start.
•
Begin te zagen met de motor op maximale toeren.
•
Begin langzaam te zagen, laat de machine het werk
doen zonder het zaagblad te dwingen of in het
werkstuk te drukken. Zaag altijd op maximale toeren.
•
Zaag in dezelfde richting wanneer u in een bestaande
zaagsnede zaagt. Voorkom dat u in een hoek op de
eerdere zaagsnede zaagt, omdat in dat geval het
risico bestaat dat het blad vastslaat of dat de machine
in de zaagsnede 'klimt' en een terugslag veroorzaakt.
•
Zaag altijd van boven naar onderen (A).
•
Verwijder de doorslijpmachine en gebruik een
breekijzer om het materiaal te verwijderen dat tussen
de sneden is blijven zitten (B).
BEDIENING
•
Volg dezelfde slijpsnede, maar verder in het werkstuk
(C), en herhaal het werk met het breekijzer.
!
•
Herhaal deze werkwijze tot de gewenste zaagdiepte
is bereikt (D, E).
•
De beschermkappen voor de slijpschijven zijn zo
geconstrueerd dat ze zich makkelijk aanpassen aan
WAARSCHUWING! Zorg er bij verticaal
zagen altijd voor dat u vanaf de
bovenkant van de zaagsnede naar
onderen zaagt. Zaag nooit vanaf de
onderkant van de zaagsnede omhoog.
Dit kan leiden tot terugslag, wat
persoonlijk letsel kan veroorzaken.
–
Dutch
83