6.2. Doorspoelen
Reinig het koffiezetapparaat door het apparaat driemaal te laten doorlopen met
water en zonder koffie of filter.
De filterinzet is voorzien van een hengsel om de inzet te verwijderen. Het heng-
sel van de filterinzet kan aan de voorkant van de houder eenvoudig worden uit-
genomen.
Laat de machine na elke doorloop ca. 5 minuten afkoelen.
6.3. Het koffi ezetapparaat bedienen
Open de deksel en vul aan de hand van de schaal op het reservoir de benodigde
hoeveelheid koud water voor het aantal gewenste kopjes in het reservoir.
Neem de glazen kan van het warmhoudplaatje en plaats de filterinzet met de
uitsparing in de richting van de wateruitloop in de filterhouder. Klap het heng-
sel omlaag.
De filterinzet kan slechts in één richting in de filterhouder worden geplaatst.
Plaats een papieren koffiefilter (maat 1x4) in de filterhouder. Let erop dat het fil-
ter gelijkmatig in de filterinzet ligt.
Vul de gewenste hoeveelheid gemalen koffie in het filter. Aanbevolen wordt 1
ruime koffielepel per kopje.
Klap de deksel dicht zodat deze hoorbaar vastklikt.
Plaats de glazen kan in het midden op het warmhoudplaatje en let erop dat de
kan exact recht onder de filterhouder staat.
Sluit het apparaat aan op een geaard veiligheidsstopcontact met 220-240 V~
50/60 Hz.
Druk op de toets
De status-LED brandt rood wanneer het apparaat in bedrijf is en op de display
wordt het symbool
6.3.1. 'Druppelstop'-functie
Met de 'druppelstop'-functie is het mogelijk om nog tijdens het zetten al koffie te
schenken.
Neem de glazen kan voorzichtig van het warmhoudplaatje. Het druppelen van
de koffie in de kan wordt onderbroken; de koffie wordt in het filter tegengehou-
den.
Zet de kan binnen 30 seconden weer terug onder het filter anders is er kans dat
het filter overloopt.
De sterkte van de koffie die tijdens het zetten wordt uitgeschonken, kan anders zijn
dan de koffie die na een volledige doorloop wordt geschonken.
6.4. Timer gebruiken
OPMERKING
Voor gebruik van de timer moet de juiste tijd worden ingesteld.
50 van 58
.
weergegeven.