4.4 Dakmontage
Wanneer een module op een dak of gebouw wordt geïnstalleerd, zorg er voor dat het goed wordt vastgezet zodat het niet kan vallen bij
zware windstoten of sneeuwval.
Zorg voor goede ventilatie onder de module voor koeling (minimaal 10 cm luchtruimte tussen de module en het montageoppervlak).
Bij het installeren van de module op een dak dient u ervoor te zorgen dat de dakconstructie geschikt is. Alle montage openingen die
nodig zijn om de module te installeren dienen zorgvuldig worden afgesloten om lekkage te voorkomen.
In sommige gevallen kan een speciaal ondersteuningsframe nodig zijn.
De installatie van zonnepanelen kan effect hebben op de brandveiligheid van het huis.
De panelen voldoen aan de brandklasse C en zijn geschikt voor montage op een klasse A dak. Installeer geen panelen op een dak of
gebouw wanneer er zware windstoten zijn, om ongevallen te voorkomen.
4.5 Paalmontage
Wanneer de module op een paal wordt gemonteerd, dient een paal en montagestructuur te worden gekozen dat bestendig zal zijn tegen
de verwachtte windsterkte in dat gebied.
6