extra lift
15 Na het roosteren van kleine etenswaren (bagels, beschuitbollen enz.) kunt u de liftknop
verder omhoog tillen, zodat u ze gemakkelijker uit de broodrooster kunt halen.
bevroren brood f
16 Laat de bruiningsbediening op uw favoriete instelling staan, voer het bevroren brood in, doe
de liftknop omlaag en raak f aan.
17 Het lampje "f" gaat aan en de roostertijd wordt automatisch gewijzigd om dezelfde
bruiningsgraad te verkrijgen als bij brood dat niet bevroren is.
broodjeswarmer
, Als u de broodjeswarmer gebruikt, mag u de bruiningsgraad niet hoger dan 1 instellen.
18 Gebruik de broodjeswarmer niet om bevroren, geboterde, bestreken, gevulde broodjes of
broodjes met een suikerlaag op te warmen.
19 Plaats de broodjeswarmer bovenop de broodrooster met de voetjes in de gleuf.
20 Plaats de broodjes bovenop de broodjeswarmer.
21 Stel de bruiningsgraad in op 1 en laat dan liftknop zakken.
22 Wanneer het liftknop opspringt, verwijdert u de opgewarmde broodjes.
23 Raak de draden van de broodjeswarmer niet aan – deze zijn heet.
24 Verwijder de broodjeswarmer alvorens de broodrooster normaal te gebruiken.
geroosterd brood opnieuw opwarmen
25 Gebruik de laagste stand. Warm alleen geroosterd brood zonder boter of beleg opnieuw op.
aanwijzingen en tips
26 Gebruik bij het roosteren van meerdere sneeën brood, brood van dezelfde grootte, dikte en
versheid.
27 Oud brood bevat minder vocht, waardoor het knapperiger geroosterd brood wordt.
28 Oud of dun brood wordt sneller bruin dan vers of dik brood. Gebruik een lagere stand.
29 Zoete broodproducten (krentenbollen, krentenbrood e.d.) worden veel sneller bruin dan
gewoon brood en dienen dan ook op een lagere stand te worden geroosterd.
zorg en onderhoud
30 Haal de stekker van de broodrooster uit het stopcontact en laat hem afkoelen.
31 Neem de buitenkant van de mixer af met een vochtige doek.
32 Verwijder de kruimellade en maak hem leeg. Neem de kruimellade met een vochtige doek af,
droog hem en breng hem weer aan in de broodrooster.
33 Gebruik de broodrooster alleen met de kruimmellade eronder.
34 Dompel het apparaat niet onder in water of een andere vloeistof.
35 Gebruik geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen of oplossingen.
symbool van vuilcontainer
Om milieu- en gezondheidsproblemen als gevolg van gevaarlijke stoffen in
elektrische en elektronische producten te vermijden, mogen apparaten met dit
symbool niet worden weggegooid met niet-gesorteerd gemeentelijk afval, maar
moeten ze worden teruggewonnen, opnieuw gebruikt of gerecycled.
12