- De accu (indien aanwezig) in werking stellen: vul de vakken tot het maximale niveau met een oplossing van 30-40 % zwavelzuur en
wacht minstens 2 uur alvorens de accu te gebruiken.
LET OP: elk contact met het zuur vermijden en niet roken of met open vuur benaderen: de dampen die de accu uitlaat zijn
uiterst ontvlambaar. Houdt het zuur buiten het bereik van kinderen.
HET STARTEN VAN DE MOTORPOMP:
- Vul het pomphuis met de te pompen vloeistof door de vulopening op de bovenzijde van de pomp (fig.1). Wanneer de pomp niet
werkt, wordt het pomphuis niet geleegd en is het dus niet meer noodzakelijk het te vullen.
- Bij de versie met benzinemotor de choke gebruiken bij een koude start.
- Trek voor het starten van de motorpomp de lus van de choke licht aan totdat men weerstand voelt, dan plotseling stevig aantrekken.
LET OP: Laat de lus zich niet te snel terugspoelen. Langzaam met de hand terug begeleiden om schade aan de choke te
voorkomen.
- De choke weer in de normale positie brengen wanneer de motor eenmaal loopt.
-Op dit moment is de motorpomp klaar voor gebruik.
Bij een werkende pomp:
Controleer of er bij de afdichting van de as geen lekken zijn.
-
Indien u vindt dat de pomp niet normaal functioneert, dient u de oorzaken ervan in de paragraaf IN GEVAL VAN SCHADE op te
-
zoeken.
NOOT: In geval van gebruik van de motorpomp op grote hoogte of bij een hoge temperatuur kan de verhouding van het lucht/benzine
mengsel te rijk zijn; dit zorgt voor een groter verbruik en minder prestaties. Controleer het werkelijke vermogen van de motorpomp
middels de volgende correctie-factoren:
- HOOGTE: het vermogen neemt gemiddeld 1% af elke 100 Mt boven zeeniveau.
- TEMPERATUUR: het vermogen neemt gemiddeld 2 % af elke 5 graden C. boven de 20 graden C.
Raadpleeg het constructiebedrijf van de motor voor een advies over de beste benzinemix bij een gebruik van de motorpomp boven een
hoogte van 2000 Mt.
HET GEBRUIK VAN DE MOTORPOMP:
NOOT: De motorpomp, gebouwd volgens de op het moment van produktie geldende normen, is ontworpen om aan een zeer groot
gamma van toepassingen te voldoen.
De temperatuurstijging kan vele oorzaken hebben; wij geven de belangrijkste aan, op basis waarvan ook periodiek de juiste werking
van de motorpomp gecontroleerd kan worden:
-te warme omgevingstemperatuur;
-versperring, ook gedeeltelijk, van de ingangsopening van de koude lucht of de uitgangsopening van de warme lucht (papier,
poetslappen, enz.);
-plaatsing te dichtbij een obstakel (muren o.a.) waardoor de uitstroming van de uitlaatgassen en/of de warme lucht wordt verhinderd of
afgeremd;
-abnormale werking of defect aan de ventilator voor de koeling;
-onjuiste verbranding van de motor;
-bijzonder vuil luchtfilter;
-ongeschikte brandstof of van slechte kwaliteit;
Na de oorzaak van de uitschakeling te hebben gevonden en verholpen, de motorpomp weer inschakelen en gedurende ca. 5 minuten
leeg laten draaien om de temperatuur te laten stabiliseren.
- Tijdens het functioneren van de motorpomp geen voorwerpen op het frame of direkt op de motor plaatsen; dit kan een goed
functioneren benadelen.
- Hinder de normale vibraties van de motorpomp in bedrijf niet. De silent-blocks zijn van de juiste afmetingen om goed te werken.
HET AFZETTEN VAN DE MOTORPOMP:
Om de motorpomp te stoppen dient men de schakelaar die zich direkt op de motor bevindt om te schakelen (zie de instructies in de
handleiding van de motor).
LET OP: de motor blijft, ook na het afzetten, nog warmte afgeven: zorg daarom voor een goede ventilatie ook als de motor al
uit is.
ONDERHOUD:
Wat betreft deze belangrijke paragraaf, raadpleeg de handleiding van het constructiebedrijf van de motor zorgvuldig. Nu kost
het wat tijd, maar later zal het U geld besparen.
NOOT: Respecteer het milieu terwijl U zich van de gebruikte olie of van de overige brandstof ontdoet. Wij raden U aan om de
gebruikte olie en de brandstof op te sparen in vaten en deze na een bepaalde periode naar het dichtsbijzijnde tankstation te brengen.
Loos de olie en brandstof niet op de aarde of op andere ongeschikte plaatsen.
NOOT: De gebreken tijdens het functioneren van de motorpomp die veroorzaakt worden door afwijkingen van de motor (oscillatie, te
weinig toeren enz.) vallen onder de bevoegdheid van de klantenservice van het constructiebedrijf van de motor, zowel tijdens als na de
garantie-periode. Het openbreken of het laten uitvoeren van reparaties door onbevoegd personeel vallen niet onder de garantie.
De gebreken tijdens de functionering van de motorpomp die veroorzaakt worden door de mechanische onderdelen of het frame vallen
onder de bevoegdheid van de klantenservice van het constructiebedrijf. Reparaties uitgevoerd door onbevoegd personeel, vervanging
van componenten met niet originele onderdelen en openbreken van de motorpomp valt niet onder de garantie.
INLI
3-6
TRANSPORT:
Zet de motorpomp stevig vast tijdens het vervoer zodat deze niet kan omslaan; verwijder de brandstof en controleer of er geen zuur of
dampen uit de accu (indien aanwezig) ontsnappen. Controleer het totale gewicht van de machine voor een wegtransport, raadpleeg de
paragraaf betreffende de technische gegevens en kenmerken van de motorpomp. Laat de motorpomp onder geen enkele
omstandigheid functioneren binnen in de truck.
OPSLAAN:
Indien U de motorpomp niet gebruikt voor een periode langer dan dertig dagen is het aan te raden om de benzinetank geheel te legen.
Voor de benzinemotoren is het bovendien belangrijk om de kuip van de carburator te legen; indien de benzine gedurende lange tijd in
contact is met de componenten zullen deze aangetast worden door de rubberachtige afzettingen kenmerkend voor dit type benzine.
LET OP: benzine is extreem ontvlambaar en explosief in bepaalde omstandigheden. Geen vonken veroorzaken of roken in de
nabijheid van de benzine.
- Vervang de motorolie indien deze uitgeput is; wanneer de motor niet in gebruik is zou deze olie schade aan de thermische groep en
de drijfstangen kunnen veroorzaken.
De motorpomp zorgvuldig schoonmaken, de accukabels afsluiten (indien aanwezig) en het geheel met een bedekking
-
beschermen tegen stof en vochtigheid.
Vermijd een opeenhoping van vocht rond de pomp.
-
LET OP: Laat het pomphuis niet vol met vloeistof. Tap de vloeistof af uit de dop Fig. 1 en 2. In de winter kan de vloeistof
bevriezen en zware schade veroorzaken aan de pomp. Indien de vloeistof gevaarlijk is, dient u alle voorzorgsmaatregelen te
nemen om schade en ongelukken te voorkomen, alvorens het pomphuis te legen.
Laat de as regelmatig draaien om roestvorming in de pomp te voorkomen.
IN GEVAL VAN SCHADE:
DE POMP START NIET:
IS HET POMPHUIS LEEG OF NIET
VOLDOENDE GEVULD?
NEE
DE VLOEISTOF IN HET POMPHUIS IS
OVERVERHIT
NEE
MOGELIJKE INFILTRATIE VAN LUCHT
BIJ DE KOPPELINGEN OF BARSTEN IN
DE LEIDINGEN
NEE
DE PERSLEDING STAAT ONDER DRUK
NEE
DE EVENTUELE ZUIGFILTER KAN
VERSTOPT ZIJN
NEE
DE ZUIGHOOGTE IS TE GROOT.
NEE
BRENG DE POMP NAAR HET
DICHTSTBIJZIJNDE SERVICECENTRUM
IN GEVAL VAN SCHADE:
DE POMP BEREIKT HET DEBIET NIET:
GA DE MOGELIJKE OORZAKEN NA DIE
IN HET VORIGE DEEL BESCHREVEN
ZIJN
NEE
BOVENMATIG VERMOGENSVERLIES
BIJ HET ZUIGEN
NEE
MOGELIJKE INFILTRATIE VAN LUCHT
BIJ DE KOPPELINGEN OF BARSTEN IN
DE LEIDINGEN
NEE
DE ZUIG/PERSLEIDING KAN VERSPERD
OF VERSTOPT ZIJN DOOR VREEMDE
VOORWERPEN
NEE
BRENG DE POMP NAAR HET
DICHTSTBIJZIJNDE SERVICECENTRUM
INLI
JA
VUL HET POMPHUIS DOOR DE
VULOPENING FIG. 1 en 2
JA
VOEG KOUDE VLOEISTOF DOOR DE
VULOPENING TOE
JA
CONTROLEER DE BEVESTIGING VAN DE
KOPPELINGEN EN INSPECTEER DE
LEIDINGEN
JA
LAAT WAT LUCHT UIT DE PERSLEIDING
ONTSNAPPEN
JA
VERWIJDER HET VUIL
JA
VERMINDER DE ZUIGHOOGTE
JA
HANDEL VOLGENS DE VOORGAANDE
AANWIJZINGEN
JA
CONTROLEER DE VERDELING VAN DE
BOCHTEN, KLEPPEN, VERNAUWINGEN
ENZ. EN VERGROOT INDIEN NODIG DE
DOORSNEDE VAN DE LEIDINGEN
JA
CONTROLEER DE BEVESTIGING VAN
DE KOPPELINGEN EN INSPECTEER DE
LEIDINGEN
STEL DE PLAATS VAN VERSPERRING
OF VERSTOPPING VAST EN REINIG DE
LEIDING
4-6