BATTERIJGEBRUIK (VERVOLG)
2. Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de oplader
Lees de volgende instructies aandachtig door voor elk gebruik van de oplader:
De oplader werkt alleen met de speciale AC-adapter. Het gebruik van een andere adapter kan het product bescha-
digen.
De adapter moet worden aangesloten op een normaal, gemakkelijk toegankelijk stopcontact.
Niet afdekken, blootstellen aan hitte of vocht en gebruiken in een geventileerde ruimte.
Plaats geen andere apparatuur op de oplader.
Laat de oplader niet aangesloten wanneer deze niet in gebruik is.
Gebruik de oplader niet als deze beschadigd is.
De externe flexibele kabel van deze transformator kan niet worden vervangen. Als het snoer beschadigd is, moet
de transformator worden weggegooid.
Sluit de accu-aansluitklemmen nooit aan en ontkoppel ze nooit terwijl de voedingskabel nog op het lichtnet is
aangesloten. Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact.
Bewaar uw oplader niet op plaatsen met lage temperaturen. Wanneer het apparaat terugkeert naar de normale
temperatuur, kan er zich vocht in het apparaat vormen en de elektronische circuits beschadigen.
Koppel de oplader los tijdens onweer of wanneer deze gedurende lange tijd niet wordt gebruikt om schade te
voorkomen.
MONTAGE & LEREN
1. Montage van de loopfiets
Na ontvangst van uw Beeper-product is uw product al gemonteerd, klaar voor gebruik.
Het enige wat je hoeft te doen is het uit te vouwen door de onderstaande instructies te volgen:
Om uw product uit te klappen, richt u de mast omhoog en vergrendelt
u het vouwsysteem
Waarschuwing
• Het in- en uitklappen van uw product kan tijdens de eerste paar keer gebruik moeilijk zijn.
• Voordat u uw product opvouwt, moet u ervoor zorgen dat het is uitgeschakeld.
2. Gebruik van de loopfiets
1. Installeer uzelf op uw product.
2. Steek de sleutel in de nemann en draai deze een eerste keer om het contact in te schakelen.
3. Draai de sleutel een tweede keer om de motor van uw product te starten en uw voor- en achterlichten in te schake-
len.
4. Plaats een van uw voeten op de voetsteun en draai aan de gashendel.
5. Zodra je wat snelheid hebt bereikt, zet je de tweede voet op de voetsteun.
6. Druk op het gaspedaal om vooruit te gaan.
7. Trap op de rem om af te remmen.
41