Philips HD5405 Mode D'emploi page 42

nEDErlanDs
42
10 U kunt de kan uit het apparaat nemen zodra al het water door het filter is gelopen (fig. 9).
11 Plaats, nadat u koffie hebt uitgeschonken, de kan met de overgebleven koffie terug op de
warmhoudplaat om de koffie warm te houden en ervoor te zorgen dat de koffie zijn smaak
behoudt (fig. 10).
- De koffie smaakt echter het best direct na het zetten (fig. 11).
Tip: Als de koffie is gezet, kunt u de hete koffie in een thermoskan gieten om deze warm en vers te houden.
Druppelstopfunctie
Dankzij de druppelstopfunctie kunt u de kan uit de koffiezetter verwijderen voordat het koffiezetten
is beëindigd is. Wanneer u de kan verwijdert, zorgt de druppelstop ervoor dat er geen koffie meer
in de kan stroomt.
Opmerking: Het koffiezetten stopt niet wanneer u de kan verwijdert. Plaats de kan zo snel mogelijk terug
om overstromen te voorkomen.
Opmerking: Zorg ervoor dat het deksel op de kan zit als u de kan weer op de warmhoudplaat zet. Als
het deksel niet op de kan zit, wordt de druppelstopfunctie automatisch geactiveerd.
Na het koffiedrinken
1 Open de filterhoudersteun (fig. 12).
2 Til de filterhouder met het papieren filterzakje uit de filterhoudersteun (fig. 13).
3 Gooi het gebruikte papieren filterzakje met het koffiedik weg (fig. 14).
4 Schakel het apparaat uit. (fig. 15)
Direct nog een kan verse koffie zetten
Als u direct na het zetten van een kan koffie nog een kan verse koffie wilt zetten, schakel het
apparaat dan uit en laat het drie minuten afkoelen. Vul het waterreservoir opnieuw met koud water
en doe een nieuwe hoeveelheid gemalen koffie in een nieuw filterzakje. Nu kunt u weer verse koffie
gaan zetten.
Opmerking: Als u het apparaat niet eerst drie minuten laat afkoelen voordat u weer koffie gaat zetten,
dan zal het water gelijk in de filterhouder druppelen.
- Zorg ervoor dat u eerst wat vers water tegen de temperatuursensor in het midden van de
afdekkap giet (fig. 16).
Als u dit doet, wordt de uitstroomopening onder in het waterreservoir weer gesloten.
schoonmaken
Dompel het apparaat nooit in water of een andere vloeistof.
Gebruik nooit schuursponzen, schurende schoonmaakmiddelen of agressieve vloeistoffen zoals
benzine of aceton om het apparaat schoon te maken.
1 Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact.
2 Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een vochtige doek.
3 Maak de afneembare onderdelen schoon in warm water met een beetje afwasmiddel, of doe
de onderdelen in de vaatwasmachine.
4 Maak het rubberen inzetstukje in de uitstroomopening van het waterreservoir iedere maand
en na iedere ontkalkingsprocedure schoon (fig. 17).
Vergeet niet het rubberen inzetstukje terug te plaatsen voordat u het apparaat weer gaat gebruiken.
Verwijder het rubberen inzetstukje nooit als er nog heet water in het waterreservoir zit.