Temperatuurregeling.
TurboCool.
™
218
De bedieningselementen voor temperatuurregeling zijn door de fabrikant
ingesteld op 5 zowel voor het koelgedeelte als voor het diepvriesgedeelte. Laat
de temperatuur zich gedurende 24 uren stabiliseren totdat de vooraf ingestelde
aanbevolen temperaturen zijn bereikt.
Verschillende aanpassingen kunnen nodig zijn. Telkens als u de
bedieningselementen afstelt, moet u 24 uren wachten voordat de koelkast de gekozen
instelling bereikt.
Indien een van de twee of beide bedieningselementen op 0 (off – uit) worden ingesteld, wordt
de koeling in zowel het koelgedeelte als het vriesvak stopgezet, maar wordt de stroomtoevoer
naar de koelkast niet uitgeschakeld.
De instellingen variëren en hangen af van uw persoonlijke voorkeur, het gebruik en de
bedrijfsomstandigheden en kunnen eventueel meer dan eenmaal moeten worden veranderd.
N.B.: Wanneer u de koelkast koopt, zijn de bedieningselementen voor de temperatuurregeling
bedekt met een plastic beschermlaagje. Verwijder het laagje nu, indien het tijdens de installatie
al niet werd verwijderd.
Grenzen omgevingstemperatuur
Deze koelkast is bedoeld voor werking bij omgevingstemperaturen die afhangen van de
op de typeplaat vermelde temperatuurklasse.
Temperatuurklasse Symbool Maximum
Gematigd –
lang
Gematigd
Subtropisch
Tropisch
N.B.: De temperatuur in de koelkast kan worden beïnvloed door factoren zoals de plaats van de koelkast, de
omgevingstemperatuur en het aantal keren dat de deur wordt geopend. Stel zo nodig de temperatuurregeling af
ter compensatie van die factoren.
Werking
TurboCool koelt het koelgedeelte snel af om
voeding vlugger af te koelen. Maak gebruik van
TurboCool wanneer u aan het koelgedeelte een
grote hoeveelheid voeding toevoegt,
voedingswaren op kamertemperatuur terug
in de koelkast plaatst of warme etensrestjes
weglegt. TurboCool kan ook worden gebruikt
indien de koelkast langdurig niet van stroom is
voorzien.
Zodra de koelkast wordt ingeschakeld, gaat de
compressor onmiddellijk draaien en worden
de ventilators gedurende 8 uren zo nodig op
grote snelheid in- en uitgeschakeld. De
compressor blijft draaien totdat het
koelgedeelte is afgekoeld tot op circa 1°C; hij
slaat vervolgens aan en af om de ingestelde
temperatuur te bewaren. Na 8 uren, of indien
de toets TurboCool opnieuw wordt ingedrukt,
keert het koelgedeelte terug naar de
oorspronkelijke instelling.
Omgevingstemperatuur
Minimum
SN
32°C
10°C
N
32°C
16°C
ST
38°C
18°C
T
43°C
18°C
Gebruiksaanwijzing
Druk op TurboCool. Het TurboCool
waarschuwings lampje gaat branden.
Aan het einde van de TurboCool -cyclus, het
TurboCool waarschuwings lampje gaat uit.
N.B.: Tijdens de TurboCool -cyclus kan de
temperatuur van het koelgedeelte niet
worden gewijzigd.
De temperatuur van het
diepvriesgedeelte wordt niet beïnvloed
tijdens de TurboCool -cyclus.
Wanneer tijdens de TurboCool -cyclus
de deur van het koelgedeelte wordt
geopend, blijven de ventilators draaien
indien zij aan het draaien waren.