ZO SPEEL JE
ZO SPEEL JE
1. In de instructies "Zo speel je" wordt uitge-
breid ingegaan op het spelen met de Robot
Showdown.
2. In het gebruikershandboek wordt de stan-
daard bediening en het plaatsen van de
batterijen behandeld.
Lees alle consumenten- en veiligheidsinfor-
matie voordat je met spelen begint. Bewaar
deze gebruiksaanwijzing. Kan later nog van
pas komen.
I. INLEIDING
ROBOT SHOWDOWN is een coole actieset.
Jij bestuurt alle functies van het R/C-voertuig
. De vervaarlijke achtervolgingsrobot maakt
gebruik van infraroodtechnologie om het
voertuig op te sporen en te achtervolgen. Als
de robot de achterbumper van je voertuig drie
keer heeft geraakt, zal het voertuig kantelen
... en wint de robot. Maar als jij de achter-
bumper van de robot met het voertuig kunt
raken, schakel je de robot uit ... en win jij.
Lees hieronder de uitgebreide stap-voor-stap
instructies.
II. HET OPZETTEN
Zie het Gebruikershandboek voor uitgebreide
instructies voor het plaatsen van de batteri-
jen.
1. Plaats de batterijen in het voertuig, de zen-
der en de robot.
2. Zorg ervoor dat de keuzeschakelaar op ont-
grendeld staat.
3. Houd het voertuig met de juiste kant
omhoog. Duw de kantelarm voorzichtig
maar stevig in z'n positie totdat deze vastk-
likt. Bij het bedienen van de kantelarm moet
je wat kracht gebruiken; zorg ervoor dat hij
vastgeklikt zit voordat je hem loslaat.
4. Zet de voertuigschakelaar aan. De voertu-
igschakelaar heeft 3 standen: binnen, uit
en buiten. Kies de juiste stand voor gebruik
binnen of buiten.
5. Zet de robotschakelaar aan. De robot
maakt een cool "opwarm"geluid.
Wanneer je de robot uit de verpakking haalt,
is z'n bovenlichaam gedraaid. Draai het
bovenlichaam zo, dat de robot naar voren
kijkt voordat je begint te spelen.
III. VAARDIGHEIDSNIVEAU
1. Gebruik de keuzeknop van de robot om je
vaardigheidsniveau te kiezen. Wanneer het
"opwarm"geluid is gestopt, druk je op de
keuzeknop:
Druk één keer voor "gemakkelijk" (1
piep)
Druk nog een keer voor "gemiddeld" (2
piepen)
Druk een derde keer voor "expert" (3
piepen)
Druk nogmaals om terug te keren naar
"gemakkelijk" en om weer door de
vaardigheidsniveaus te gaan.
2. Wanneer je jouw vaardigheidsniveau hebt
geselecteerd, moet je de keuzeknop inge-
drukt houden om te starten. De robot zal
"lachen" om jouw keuze te bevestigen.
14
IV. VAN START
1. Zet het voertuig op de grond neer op
ongeveer 1 meter van de robot vandaan (in
een willekeurige richting).
2. De robot zal gaan ronddraaien in de
"speur"stand, op zoek naar het infrarode
signaal van het voertuig. De koplamp van
de robot gaat aan wanneer hij in de achter-
volgingsstand komt.
3. Begin met het voertuig te rijden. De robot
zal zich op het infrarode signaal richten en
het voertuig achtervolgen om te proberen
de achterbumper te raken.
V. ZO WIN JE
1. Als de robot drie keer de achterbumper van
het voertuig heeft geraakt, zal het voertuig
kantelen. De robot wint!
2. Tijdens de achtervolging zal de robot met
willekeurige tussenpozen vermogen ver-
liezen. Wanneer dat gebeurt, zal er een
waarschuwingsgeluid klinken, gaan de
lichten van de robot knipperen en stopt hij
om weer op te laden. Op dat moment is de
robot kwetsbaar voor een aanval!
3. Wanneer de robot kwetsbaar is, ga jij er
met je voertuig op af om zijn achterbumper
te raken. Zo wordt de robot uitgeschakeld.
Jij wint! Wanneer de robot is uit-
geschakeld, valt hij voorover en maakt hij
een "vermogen kwijt" geluid.
VI. OPNIEUW BEGINNEN
Als jij hebt gewonnen:
1. Om opnieuw te beginnen de robot weer
rechtop zetten ( je voelt een klik).
2. Druk weer op de keuzeknop om een
vaardigheidsniveau te kiezen en begin
opnieuw.
Als de robot heeft gewonnen:
1. Schakel de robot uit door op de achter-
bumper van de robot te tikken.
2. Houd het voertuig met de juiste kant
omhoog vast. Duw de kantelarm voorzichtig
maar stevig in z'n positie totdat deze vastk-
likt. Bij het bedienen van de kantelarm moet
je wat kracht gebruiken; zorg ervoor dat hij
vastgeklikt zit voordat je hem loslaat.
3. Druk weer op de keuzeknop om een
vaardigheidsniveau te kiezen en begin
opnieuw.
BELANGRIJKE INFORMATIE
1.
WAARSCHUWING: Kantelarm kan
tijdens het plaatsen van de batterijen wor-
den geactiveerd. Blijf dus uit de buurt van
de kantelarm.
2. Als de kantelarm na drie treffers niet naar
buiten springt, het mechanisme opnieuw
afstellen door het voertuig met de juiste
kant omhoog te houden en de
keuzeschakelaar van ontgrendeld op ver-
grendeld te zetten en vervolgens weer
terug op ontgrendeld.
3. Als je het speelgoed voor langere tijd
opbergt, de kantelarm eerst ontgrendelen.
Zo blijft het speelgoed het best func-
tioneren.
4. Om met dit voertuig te spelen met de afs-
tandsbediening, maar zonder de robot, het
voertuig met de juiste kant omhoog houden
en de keuzeschakelaar op vergrendeld
zetten. Zo wordt de kantelarm vergrendeld.
Schuif de keuzeschakelaar weer op ont-
grendeld (met het voertuig met de juiste
kant omhoog) om de kantelarm te ontgren-
delen voor de robotachtervolging.
5. Als je even niet met het voertuig speelt – of
als je je voertuig ergens anders mee naar
toe wil nemen – moet je het voertuig met de
juiste kant omhooghouden en de
keuzeschakelaar op vergrendeld zetten. Zo
zal de kantelarm vergrendeld worden.
Schuif de keuzeschakelaar weer op ont-
grendeld (met het voertuig met de juiste
kant omhoog) om de kantelarm te ontgren-
delen voor de robotachtervolging.
VII. TIPS
1. Bij "gemakkelijk" zal de robot langer kwets-
baar blijven, waardoor jij een grotere kans
hebt om hem uit te schakelen. Bij "gemid-
deld" en "expert" worden de perioden van
kwetsbaarheid korter... en wordt het spel
een grotere uitdaging.
2. Bij een achtervolging is de beste afstand
tussen voertuig en robot 3 tot 4 meter. Als
de afstand groter wordt,, rijd je voertuig
dan terug. De robot zal het infrarode sig-
naal van het voertuig weer oppikken zodra
het binnen bereik is.
3. Als een obstakel de infrarode straal tussen
de robot en het voertuig onderbreekt, zal de
verbinding tijdelijk worden verbroken. De
robot zal weer in de "zoek"stand teruggaan
totdat hij het signaal weer heeft opgepikt.
Je kunt deze eigenschap gebruiken om je
voor de robot te verstoppen... een extra
speeloptie.
4. Dit product is niet ontworpen voor gebruik
in kleine ruimtes. Zorg ervoor dat je vol-
doende ruimte hebt om te spelen.
5. De infrarode zenders op het voertuig en de
infrarode ontvangers in de robot moeten
schoon zijn en onbelemmerd kunnen
werken. Zo nodig zorgvuldig met een
borsteltje – of een schoon, droog doekje –
vuil verwijderen.
6. De beweegbare armen van de robot zijn zo
ontworpen dat ze afbreken bij een treffer.
Je kunt ze eenvoudig weer aan het lichaam
van de robot vastmaken.
7. Zoals veel andere infrarode apparaten
functioneert dit product soms slecht in de
buurt van sterk weerkaatsende voorwerpen
(zoals spiegels). Bovendien kunnen som-
mige elektronische apparaten met afs-
tandsbediening de werking nadelig beïn-
vloeden. Je moet dan misschien ergens
anders gaan spelen.
8. Voor de beste prestaties als je binnen
speelt, moet je de 3-standenschakelaar van
het voertuig op "binnen zetten.
Voor de beste prestaties als je buiten
speelt, moet je de 3-standenschakelaar op
"buiten" zetten.
9. De infrarode zenders bovenop het voertuig
gebruiken de batterijstroom wanneer het
voertuig is ingeschakeld. Zet de voertuig-
en robotschakelaars dan ook UIT wanneer
je niet met het speelgoed speelt en verwi-
jder alle batterijen wanneer je het speelgo-
ed opbergt.
10. Je kunt het best met het voertuig op een
niet-gladde, stevige ondergrond spelen,
zoals een laagpolig tapijt of het trottoir.