Handmatige Bediening; Storingen En Oplossingen - Telcoma Automations ARM Notice D'instruction

Krachtregeling
Volgens de geldende normen mag de drukkracht op het einde van de vleugel (tijdens beweging) niet groter
zijn dan 15 daN.
De kracht die wordt uitgeoefend wordt geregeld door de besturingskast.
Het is zinvol om een dynamometer te gebruiken.

Handmatige bediening

In noodgevallen (tijdelijke stroomuitval en storingen etc.) kan
de poort handmatig geopend en gesloten worden.
Haal de dop eraf, steek de sleutel in de daarvoor bestemde
opening en draai net zolang (halve omwenteling) aan de sleu-
tel totdat de reductiemotor ontgrendelt.
Als u de poort weer dicht wilt doen en wilt vergrendelen terwijl
de noodsituatie voortduurt hoeft u de speciale ontgrendelsleu-
tel slechts in de tegenovergestelde richting te draaien.
In dat geval zal de poort automatisch vergrendeld worden zo-
dra de sluitmanoeuvre de eerste keer uitgevoerd wordt, zowel
als dit automatisch als handmatig gedaan wordt.
Afstelling van de eindschakelaars
1. Ontgrendel de motoren en open beide vleugels van het hek
2. Draai de bovenste nok van de rechter motor naar links tot de microschakelaar ingedrukt wordt en blokkeer
de nok m.b.v. de schroefjes.
3. Draai de onderste nok van de linker motor naar rechts tot de microschakelaar ingedrukt wordt en blokkeer
de nok m.b.v. de schroefjes.
4. Sluit beide vleugels van het hek.
5. Draai de onderste nok van de rechter motor naar rechts tot de microschakelaar ingedrukt wordt en blokkeer
de nok m.b.v. de schroefjes.
6. Draai de bovenste nok van de linker motor naar links tot de microschakelaar ingedrukt wordt en blokkeer de
nok m.b.v. de schroefjes.
7. Vergrendel beide motoren
OPMERKING:
Ga nu verder met het instellen van de besturing (looptijd, krachtregeling, ...).
Open het hek een aantal keren en controleer de instelling van de eindschakelaars en stel ze zo nodig bij.

Storingen en oplossingen

1. De reductiemotor doet de poort niet open of niet dicht, de elektromotor werkt niet en maakt dus geen geluid
of trillingen.
a. Controleer of de voeding goed is aangesloten op de elektronische besturingskast.
b. Controleer of de motor voeding krijgt.
c. Controleer of de zekeringen nog intact zijn.
d. Controleer als de reductiemotor efficiënt is en goed op de fasedraden van de motor aangesloten is.
2. De reductiemotor doet de poort niet open, de motor werkt, maar er is geen beweging.
a. Controleer het handmatige ontgrendel-systeem.
b. Controleer of de krachtregeling op de juiste manier plaatsgevonden heeft.
c. Ga na dat de bewegingen van de poort niet belemmerd worden.
3. De poort voert de beweging verkeerd om uit (sluiten in plaats van openen).
a. Verwissel de twee fase-draden op klem 5 en 6 van de motor.
6
NL