Controle voor het starten
•
Controleer het blad op barsten bij het centergat en bij de
tandbodems. De barsten ontstaan meestal doordat er
tijdens het vijlen scherpe hoeken ontstaan zijn in de
tandbodems of doordat men het blad gebruikt heeft met
botte tanden. Als het blad barsten vertoont, moet het
onmiddellijk vervangen worden.
•
Controleer de steunflens op barsten die het gevolg
kunnen zijn van materiaalmoeheid of te hard aanhalen.
De steunflens moet vervangen worden als hij barsten
vertoont.
•
Let erop dat de borgmoer zijn borgkracht niet verliest. De
borging van de moer moet een borgmoment van ten
minste 1,5 Nm hebben. Het aanhaalmoment van de
borgmoer moet 35-50 Nm zijn.
•
Controleer de bladbeschermkap op beschadigingen en
barsten. Vervang de bladbeschermkap indien deze
terugslag te verduren heeft gehad of barsten vertoont.
•
Controleer de trimmerkop en de trimmerbeschermkap
op beschadigingen en barsten. Vervang de trimmerkop
68 – Dutch
STARTEN EN STOPPEN
of de trimmerbeschermkap indien deze terugslag te
verduren hebben gehad of barsten vertonen.
•
Gebruik de machine nooit zonder beschermkap of een
defecte beschermkap.
•
Alle kappen moeten juist gemonteerd zijn en zonder
gebreken voor de machine wordt gestart.
Starten en stoppen
WAARSCHUWING! Start de machine nooit
!
voor het complete koppelingdeksel met
steel gemonteerd zijn, anders kan de
koppeling losraken en persoonlijke
verwondingen veroorzaken.
Verwijder de machine steeds van de
tankplaats, voor u de motorzaag start.
Plaats de machine op een vaste
ondergrond. Let erop dat de snijuitrusting
geen voorwerp kan raken.
Zorg ervoor dat zich geen onbevoegden
binnen het werkgebied bevinden, anders
bestaat er risico voor ernstige
verwondingen. De veiligheidsafstand
bedraagt 15 meter.
Starten
Choke: Zet de choke-hendel in de choke-positie.