4
5
6
7
8
9 Tot stand brengen van de
stroomvoorziening
(batterijwerking, optioneel)
1.
2.
3.
40 / 56
Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de
polariteit (+/-) van de batterij correct is.
Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.