• Wanneer door wind of ijzel aan de takken de val
richting van de boom onvoorspelbaar wordt, moet
u niet met het werk beginnen.
• Houd anderen uit de gevaren zone en roep: ON-
DERUIT als de boom gaat vallen.
• Maak een horizontale zaagbeweging (fig. 13.1) tot
ongeveer 1/3 deel van de stam.
• Maak daarna een zaagsnede onder een hoek van
45º van boven naar beneden (fig. 13.2) zodat een
inkeping ontstaat.
• Vervolgens zaagt u aan de andere kant een snede
(fig. 13.3), die BOVEN de horizontale snede aan
de andere zijde ligt. Pas op dat u niet door de
inkeping aan de andere zijde zaagt, omdat de
boom anders in een oncontroleerbare richting zal
vallen.
• Plaats een wig in de opening (fig.14) en sla deze in
de opening totdat de boom valt.
• Stap opzij als de boom valt en houdt de kroon in
het oog.
• Wacht met het verdere werk totdat de kroon vol-
ledig stil ligt.
• Let op: Bomen omzagen is professioneel werk.
Dat kunt u niet uit een gebruiksaanwijzing le-
ren. Zoek daarvoor training bij een professional.
Ervaren houthakkers houden rekening met het
zwaarte punt van de kroon, de windrichting en de
richting van de val van de stam.
4.5 Stam en takken onder spanning
• In de diverse plaatjes (fig. 11a-b-c-d) ziet u het ge-
vaar van het wegspringen van takken aangegeven
wanneer u de stam of tak onder spanning door-
zaagt. 1= DRUKZIJDE, 2=TREKZIJDE.
• 11a: spanning op bovenzijde – stam of tak springt
omhoog.
• 11b: spanning op onderzijde – stam of tak valt
omlaag.
• 11c: hoge spanning op de stam – de stam zal on-
verwacht bewegen en met grote kracht.
• 11d: beide zijden van de tak of stam onder span-
ning – stam of tak springt opzij.
4.6 Tips voor het zagen
• Zorg ervoor dat het te zagen hout niet kan weg-
rollen, glijden of vallen.
• Gebruik voor korte stukken hout een klem om het
hout vast te zetten.
• Wanneer u tijdens het zagen moet stoppen, pro-
beer dan niet om in de oude zaagsnede verder te
zagen, maar maak een nieuwe zaagsnede.
• Pas op dat zich geen stenen, spijkers, kogels of
andere metalen voorwerpen in het hout bevinden.
• Bij het snoeien van takken moet u de kettingzaag
zover mogelijk van het lichaam afhouden en
ervoor zorgen dat u niet met de punt zaagt (pas
op: dit is professioneel werk met grote kans op
terugslag!!).
• Pas op voor obstakels zoals boomstronken, wor-
tels, greppels, holen, etc., waardoor u zou struike-
len.
5. ONDERHOUD
• Voor elke controle- of onderhoudsbeurt dient de
aansluiting van het apparaat op de elektrische
voeding te worden verbroken.
• Het apparaat regelmatig schoonmaken en er
zorgvuldig mee omgaan; dit zal een goede wer-
king en een lange levensduur bevorderen.
• Reinig na ieder gebruik het zwaard en verwijder
zaagsel uit het zwaard.
• Breng na ieder gebruik een dunne laag olie op het
zwaard aan om oxidatie te voorkomen en plaats
de beschermhuls over het zwaard.
• Ventilatieopeningen mogen niet verstopt raken,
regelmatig schoonmaken.
• Gebruik alleen een licht vochtige doek of zachte
borstel om het motorhuis en de grepen schoon te
maken. Geen grote hoeveelheden water gebrui-
ken.
• Spuit de machine nooit nat of spuit deze nooit
schoon.
• Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
• Let op! De machine na afloop van de levensduur
inleveren bij een inzamelpunt. De machine mag
niet bij het huisvuil worden weggegooid. Olie
en/of lege olie flesjes zijn chemisch afval en
moeten eveneens op een inzamelpunt worden
ingeleverd.
Ketting slijpen
Houd de ketting scherp. Een botte ketting ver-
mindert de zaag capaciteit en geeft het risico van
terugslag. Vervang of slijp de ketting tijdig.
Voor het slijpen van kettingen zijn speciale zaagket-
ting slijpers te koop.
Volg voor het slijpen van de zaagtanden de ge-
bruiksaanwijzing van de fabrikant.
14