NL
■
Bij het bereiden van vlees met vel (bijv. kalfstong of kip) kan het vel door invloed van
de druk opzwellen. Prik niet in het vlees, zolang het vel is opgezwollen.
■
Wanneer u brijachtige levensmiddelen bereidt, schudt u de snelkookpan zachtjes om
te voorkomen dat het eten eruit spat, voordat u het deksel opent.
Verbrandingsgevaar door hete stoom of ongecontroleerde stoomstoten!
■
Uit de ventielen ontsnapt hete stoom! Houd gezicht en handen altijd uit de buurt
van de openingen van de ventielen!
■
Wees voorzichtig bij het openen van het deksel, hete stoom ontsnapt uit het bin-
nenste van de pan.
■
Houd tijdens de drukvermindering onder stromend water altijd handen, hoofd en
lichaam uit de gevarenzone.
WAARSCHUWING – Brandgevaar
■
Bij de bereiding van recepten op basis van alcohol moet er zeer zorgvuldig op de
snelkookpan worden gelet. Alcoholdampen zijn brandbaar. Breng de gerechten on-
geveer 2 minuten voor het plaatsen van het deksel aan de kook.
AANWIJZING – Risico op materiële schade
■
Controleer voor elk gebruik de juiste werking van de snelkookpan en van de veilig-
heidsvoorzieningen. De snelkookpan niet gebruiken, wanneer hij schade vertoont of
wanneer de ventielen zijn verstopt. Niet proberen, om schade zelf te repareren maar
wendt u zich tot een vakman of de klantenservice.
■
Verhit de snelkookpan nooit zonder toevoeging van vloeistoffen. Verhitten zon-
der vloeistof zou leiden tot een ernstige beschadiging van de snelkookpan. De snel-
kookpan moet altijd minimaal voor 1/4 l zijn gevuld met vloeistof.
■
Vul de snelkookpan nooit met meer dan 2/3 van zijn nominale inhoud. Wanneer u
levensmiddelen zoals rijst of gedroogde groenten bereidt, die tijdens de bereiding
opzwellen, vult u de snelkookpan hoogstens voor de helft van zijn nominale inhoud.
■
De snelkookpan niet oververhitten! Door oververhitting kan er materiële scha-
de en rookontwikkeling ontstaan. In geval van rookontwikkeling het fornuis direct
uitschakelen, snelkookpan van de hete kookplaat nemen en zorgen voor voldoende
ventilatie in het vertrek.
■
Aanwijzingen voor inductiefornuizen:
– Inductiefornuizen zijn sneller op temperatuur dan andere soorten fornuizen.
– Bij gebruik op inductiefornuizen kunnen er geluiden ontstaan. Deze ontstaan door de
elektromagnetische eigenschappen van inductiefornuizen en inductiekeukengerei
en zijn geen defect.
■
Drukregelventiel, afdichtingsring, schuifknop, pannendeksel en pan vóór en na ge-
bruik schoonhouden. Houd alle onderdelen vrij van verontreinigingen en vervuilingen
met vet (zie hoofdstuk 'Reinigen en opbergen').
■
De snelkookpan niet laten vallen of blootstellen aan sterke schokken.
■
Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen reserveonderdelen of toebehoren, die
bij het desbetreffende model horen. Met name nooit het deksel of de pan vervangen
door een deksel / pan van een ander model.
44