Tips voor het koelen
•
Vlees (alle soorten): verpak in polyethyleen zakjes en bewaar ze op de glazen legplank boven de groentelade.
Volg altijd de bewaartijden en houdbaarheidsdata die de door de fabrikanten van de levensmiddelen zijn
aanbevolen.
•
Gekookte levensmiddelen, koude gerechten, etc.: dek ze af en bewaar ze op een willekeurige legplank.
•
Fruit en groente: Bewaar ze in de lade die specifiek voor deze levensmiddelen is voorzien.
•
Boter en kaas: Verpak in een luchtdichte folie of een plastic folie.
•
Melkflessen: Moeten van een deksel zijn voorzien en in de deurrekken worden bewaard.
Tips voor het invriezen
•
Bij ingebruikname of een lange periode van niet-gebruik, schakel het apparaat gedurende minstens 2 uur op
een hoge stand in voordat het apparaat met levensmiddelen wordt gevuld.
•
Verpak het voedsel in kleine porties om het snel en volledig in te vriezen. U hoeft vervolgens enkel de
hoeveelheid te ontdooien die u werkelijk nodig hebt.
•
Verpak het voedsel in aluminiumfolie of polytheen en zorg dat de verpakkingen luchtdicht zijn.
•
Zorg dat verse, niet bevroren levensmiddelen geen reeds bevroren levensmiddelen aanraken, om een
toename in temperatuur van de bevroren levensmiddelen te vermijden.
•
Bevroren producten die onmiddellijk na het uithalen uit het vriesvak worden gegeten kunnen
vriesbrandwonden veroorzaken.
•
Het wordt aanbevolen om elke bevroren verpakking van een label en datum te voorzien om de bewaartijd
te kunnen bijhouden.
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
•
Zorg dat de diepvriesproducten worden bewaard zoals aangegeven door de fabrikant van het product.
•
Levensmiddelen bederven snel eenmaal ontdooid en mogen niet opnieuw worden ingevroren. Overschrijd
de bewaarperiode die door de fabrikant van het levensmiddel is aangegeven niet.
Uw apparaat uitschakelen
Als u denkt het apparaat langere tijd niet te gebruiken, voer de volgende stappen uit om schimmelvorming in
het apparaat te vermijden.
1. Verwijder alle levensmiddelen;
2. Haal de stekker uit het stopcontact;
3. Reinig en droog de binnenkant grondig;
4. Zorg dat alle deuren op een kier open zijn om lucht te laten circuleren.
REINIGING EN ONDERHOUD
Om hygiënische redenen moet het apparaat (waaronder de buitenkant en de accessoires binnenin) minstens
elke twee maanden worden gereinigd.
WAARSCHUWING: Zorg dat de stekker tijdens het reinigen niet in het stopcontact zit. Gevaar op elektrische
schokken! Alvorens het apparaat schoon te maken, schakel het uit en haal de stekker uit het stopcontact.
De buitenkant reinigen
•
Maak de buitenkant regelmatig schoon om een mooi uiterlijk te behouden.
•
Spuit water op een schoonmaakdoek in plaats van het water direct op het apparaat te spuiten. Dit zorgt
voor een gelijkmatige verdeling van het vocht over het oppervlak.
•
Maak de deuren, handgrepen en kastoppervlakken schoon met een mild reinigingsmiddel en veeg
vervolgens droog met een zachte doek.
Opgelet!
Gebruik geen scherpe voorwerpen, deze kunnen krassen op het oppervlak achterlaten. Maak het apparaat niet
schoon met een verdunningsmiddel, autowasmiddel, bleekmiddel, etherische olie, schuurmiddel of een
organisch oplosmiddel, zoals benzeen. De buitenkant van het apparaat kan worden beschadigd en vuur vatten.
De binnenkant reinigen
Maak de binnenkant van het apparaat regelmatig schoon. Het apparaat kan eenvoudiger worden
schoongemaakt wanneer er zich weinig levensmiddelen in het apparaat bevinden. Veeg de binnenkant van de
- 60 -