meeste gebouwen een of ander metaal bevat, wat interferenties kan veroorzaken met de geteste voorwerpen of
het signaal zelfs compleet afdekken.
3. Draai de VOLUME-regelaar tot u de "11 uur"- stand bekomt.
4. Zet de DISCRIMINATION-knop in het midden. Houd de rode knop op het handvat ingedrukt en draai de TUNE
knop langzaam naar links en naar rechts tot de wijzer de nulstand benadert. Laat vervolgens de rode knop los.
5. Beweeg een staal van het materiaal (zoals een gouden ring of een muntstuk) dat u met de detector wilt
opsporen op ongeveer 5 cm hoogte boven de zoekspoel heen en weer.
Opmerkingen:
• Zonder beweging zal de zoekspoel niets vinden. U moet het voorwerp bewegen aangezien de detector in dit
geval op dezelfde plaats blijft staan.
• Indien u de test met behulp van een muntstuk uitvoert, zal het gemakkelijker gevonden worden indien u het met
de vlakke kant evenwijdig aan de zoekspoel houdt.
Zodra de detector het voorwerp gevonden heeft, hoort u een toon en wijkt de wijzer uit naar links (niet ijzerhoudend)
of naar rechts (ijzerhoudend) en bepaalt de detector welk soort metaal gevonden is.
Indien de detector geen metaal vindt, ga dan eerst even na of de batterijen opgeladen zijn en of de zoekspoel
behoorlijk is aangesloten. Soms is het bijstellen van de detector al voldoende (zie ook "De detector fijnafstellen").
c. Een doelwit bepalen
Door uw doelwit zo precies mogelijk te bepalen, maakt u het opgraven makkelijker.
Een precieze bepaling vergt enige ervaring. We raden dan ook deze praktijkervaring op te doen door te zoeken en
opgravingen te doen op uw eigendom voor u andere plekken gaat ontdekken.
Soms wordt de precieze bepaling van het doelwit bemoeilijkt door de slingerrichting. Om het doelwit preciezer te
kunnen bepalen, kunt u proberen de richting van de slingerbeweging te veranderen.
Volg de volgende stappen om het doelwit te bepalen.
1. Wanneer de detector een begraven doelwit ontdekt, blijf de zoekspoel
dan over het doel bewegen met steeds kleinere zijdelingse
slingerbewegingen.
2. Markeer de exacte plek op de grond waar de detector een
geluidssignaal geeft.
3. Houd de zoekspoel onmiddellijk stil boven deze plek. Beweeg de
zoekspoel vervolgens in een voorwaartse beweging van u vandaan
en keer dan terug. Herhaal dit een aantal keren.
Markeer terug de exacte plek waar de detector een geluidssignaal laat
horen.
4. Herhaal stappen 1 tot en met 3 nu in een hoek van 90° ten opzichte
van de oorspronkelijke zoekrichting, waardoor u een patroon in de
vorm van een X beschrijft. Het doelwit zal zich onmiddellijk onder de
CS100
- 14 -
VELLEMAN