geleverd; indien er geen schroeven zijn niet meegeleverd, gebruik de
schroeven die in de installatie instructie aanbevolen worden.
▪ Gebruik geen lijm om het toestel te bevestigen.
▪ De minimale afstand tussen het oppervlakte van de kookplaat waarop
de pannen staan en het onderste deel van het fornuis moet minstens
65 cm zijn, tenzij het in de installatie instructie anders is aangegeven.
Als er in de instructie van de kookplaat montage een grotere afstand is
aangeven, moet er hiermee rekening worden gehouden.
▪ De luchtafvoer moet aan de lokale voorschriften voldoen.
▪ Zorg voor goede ventilatie in de kamer waar het toestel geïnstalleerd is
om te voorkomen dat er ongewenste gassen de kamer binnendringen
door apparaten die gas of andere brandstoffen verbranden, inclusief
open vuur.
▪ Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd en dat
de lucht die door het toestel wordt verzameld niet wordt getransporteerd
naar een kanaal dat voor het afvoeren van rook en stoom van andere
toestellen wordt gebruikt (centrale verwarmingssystemen, thermosifo-
nen, waterverwarmers, enz.).
▪ Wanneer het toestel gelijktijdig met andere toestellen aan staat, mag
het maximale vacuüm dat in de kamer wordt gegenereerd niet groter
zijn dan 0,04 mbar.
▪ Wees voorzichtig om de voedingskabel niet te beschadigen. Om een
beschadigde voedingskabel te vervangen, neem contact op met een
door ons erkende servicecentrum of elektricien.
▪ Indien het toestel rechtstreeks op de voeding is aangesloten, moet de
elektrische installatie uitgerust zijn met een isolatieapparaat dat het
mogelijk maakt om het toestel volledig van het stroomnet los te koppe-
len. Volledige ontkoppeling moet aan de voorwaarden voldoen die in de
overspanningscategorie III zijn gespecifi ceerd. Het toestel gebruikt voor
ontkoppeling moet worden aangesloten door middel van vaste bedra-
ding conform de bedradingsregels.
▪ Flambeer niet onder het apparaat.
▪ Gebruik geen gevaarlijke of explosieve substanties om de materialen
en dampen te verwijderen.
▪ Het toestel moet regulier worden gereinigd, zodat de toestand van het
oppervlakte niet verslechtert.
▪ Het toestel moet regulier met een zacht doekje gereinigd worden.
15