Het apparaat is alleen bij voorgeschreven montage tegen vocht beschermd.
Vermijd blootstelling aan rechtstreeks zonlicht. Gebruik het apparaat niet
liggend op de grond. Stel het apparaat op een brandveilige plek op.
Het apparaat heeft twee afrasteringsuitgangen:
gereduceerd.
Beide uitgangen kunnen tegelijk gescheiden afrasteringen bedienen. Een
kortsluiting op de gereduceerde afrasteringsuitgang is nauwelijks van invloed
op de maximale uitgang, waarbij door een defect aan de maximale uitgang
de gereduceerde uitgang verder laat zakken. Bij aansluiting van twee afra-
steringen wordt alleen de gereduceerde afrasteringsuitgang op het plaatje
(LED 4-9 fig.5) weergegeven.
Aarding:
een goede aarding van het hek is uiterst belangrijk om een storingsvrije wer-
king en optimale prestatie van de installatie te garanderen. Daarom moet de
aarding liefst op een vochtige en dichtbegroeide plaats worden aangebracht.
Bij droge bodem en lange afrastering moet u een bijkomende aardleiding
(om de 50 m) langs de afrastering aanbrengen.
Installatie met een 12V accu:
sluit apparaat aan op een 12 V-accu ( rood + / zwart - ), en let er hierbij op
dat de poolklemmen schoon zijn en de polariteit correct is. Bij verkeerde
polariteit start het apparaat niet.
VOORZICHTIG!
A lleen oplaadbare 12V accu's gebruiken en oplaadbare
accu's alleen in goed geventileerde ruimtes opladen. Tijdens het
laden van de accu koppelt u de accu los van het apparaat. De accu
moet voor en na elk gebruik evenals bij langdurige opslag (om de 2
maanden) worden opgeladen en van het apparaat zijn losgeklemd.
Het apparaat heeft een AUTO-ON-functie die ervoor zorgt dat zodra
een spanningsvoorziening wordt aangesloten, het apparaat de wer-
king overneemt.
Installatie met 230V/110V transformator:
De transformator met het apparaat verbinden, zoals beschreven in fig 3
met netaansluiting. Met de transformator kan een aangesloten 12V accu
in parallelbedrijf gemakkelijk worden geladen. Bij uitvallen van de 230/110
V-voeding wordt het apparaat door de accu gevoed.
Installatie met 230V/110V:
De netstekker van het apparaat in het stopcontact steken
VOORZICHTIG!
18
( ) = maximaal;
( ) =
Het apparaat beschikt over een AUTO-ON-functie, zodat het apparaat na
aansluiting op het net start.
3. Ingebruikname
Het apparaat met de drukknop
(fig. 4) inschakelen. Om in/uit te schakelen
1
houdt u de toets gedurende meer dan 2 seconden ingedrukt. Na 1 seconde
begint een lichtdiodetest (fig. 5 / LED 2 - 9, van links naar rechts). Na deze
test gaan alle leds uit en na 1 seconde is een gelijkmatig tikken in het ritme
van de impuls hoorbaar, het apparaat werkt. Het apparaat geeft impulsen
aan de afrastering af en de led-weergave gaat branden.
Als er geen led gaat branden (ook niet de statusled
12V-accu leeg, of het apparaat of de 120-240V-transformator defect.
Ingebruikname transformator:
apparaat start automatisch na verbinding met de stroomvoorziening. Na 1
seconde is een gelijkmatig tikken in het ritme van de impulsen hoorbaar; het
apparaat werkt.
Het apparaat geeft impulsen aan de afrastering af en de led-weergave gaat
branden. Gaat de status-led niet branden, dan is de stroomvoorziening defect.
Controle van de aarding:
Op ca. 50 m afstand van de schrikdraadinstallatie wordt met een in de grond
geslagen metalen staaf tegen de schrikdraad (geen kunststof) kortsluiting
veroorzaakt. De schrikdraadinstallatie zou nu alleen nog maximaal 1 led
(vochtige bodem) of maximaal 2 leds (droge bodem) (fig. 5 LED 9 en 8) tot
branden brengen. In andere gevallen moet het aantal en/of de lengte van de
aardpalen worden verhoogd.
4. Beschrijving van de bediening
Als u het apparaat de eerste keer inschakelt, staat het in de stand "Normaal". Als u het apparaat uitschakelt of de accu
vervangt, start het apparaat in de laatst ingestelde stand opnieuw op.
Accu:
De accuweergave (fig 5 LED 2) geeft informatie over accu- of batterijspanning.
Spanning afrastering:
de 6 leds (LED4 - LED9) geven de uitgangsspanning van de afrastering in stappen van 1.000V weer. De weergave bouwt
vanaf links op.
Voor een goede bewaking moeten ten minste 3 leds (3.000V) gaan branden, anders is de spanning te laag.
Mogelijke oorzaken:
● Met afrastering: overwoekering van de afrastering, slechte isolatoren, kortsluiting via metalen palen of afrastering te lang.
● Zonder afrastering: Het apparaat is defect, zie service
Energiebesparende functie:
een ingebouwde stroomspaarschakeling past het stroomverbruik automatisch aan de toestand van de afrastering aan.
Dit betekent minder stroomverbruik bij goed geïsoleerde afrasteringen en een hoger stroomverbruik bij slecht geïsoleerde
ranger AN360 / ranger AN490
) dan is de 9V of
19