Dynamische modus
Gebruik DIP-schakelaar 8 (plotse kleurenwissel) of 9 (geleidelijke
kleurenwissel) om de dynamische modus in te schakelen. DIP-schakelaars 1
tot 7 zullen fungeren als snelheidswaarden.
DIP1
DIP2
snelh.1
snelh.2
Wanneer meerdere DIP-schakelaars ingeschakeld zijn, heeft de DIP-
schakelaar met de hoogste waarde voorrang op de andere DIP-schakelaars.
7.2 DMX-modus
In DMX-modus kunt u de LED-strips besturen via een DMX-console.
Hiervoor verbindt u uw console met de DMX-ingang van de LEDC25. Ga
naar 2 om een voorbeeld van een aansluiting te zien.
U moet eveneens het DMX-startadres van iedere LEDC25 bepalen. Zie
overzicht hierna.
DIP1
DIP2
1
2
Bijvoorbeeld: Wanneer schakelaar 4,5 en 7 ingeschakeld zijn, zal het DMX-
startadres 88 zijn (8 + 16 + 64).
7.3 Fun Mode
Met de FUN-modus kunt u de snelheid van de datatransfer bepalen. Sleep
DIP-schakelaar 10 op de ON-stand voor een trage transfer van 400 kbps of
op de OFF-stand voor een snelle transfer van 800 kbps. Wij raden aan de
controller in te stellen op een snelheid van 800 kbps wanneer u de Velleman
LQ12N210DRGB LED-strip gebruikt.
®
8. Reiniging en onderhoud
Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen
geen sporen van roest vertonen.
De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel
onderhouden door een geschoolde technicus.
Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende
doek. Gebruik geen alcohol of oplosmiddelen.
Dompel het toestel niet onder.
Er zijn geen onderdelen in het toestel die door de gebruiker gerepareerd
kunnen worden, behalve de zekering.
Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw dealer.
V. 02 – 22/10/2015
DIP3
snelh.3
DIP3
DIP4
4
8
LEDC25
DIP4
DIP5
snelh.4
snelh.5
DIP5
DIP6
16
32
12
DIP6
snelh.6
snelh.7
DIP7
DIP8
64
128
©Velleman nv
DIP7
DIP9
256