12. Technische gegevens
Richtlijnen en verklaring fabrikant – Elektromagnetische straling
De CardiAid is geschikt voor gebruik in de volgende elektromagnetische omgevingen.
De klant of de gebruiker van de CardiAid dient zich er van te vergewissen dat het apparaat in zo´n omgeving wordt gebruikt.
Storingsgevoelig-
heidstest
Afgegeven RF- storing
volgens IEC 61000-4-6
Uitgezonden RF- storing
volgens IEC 61000-4-3
REMARK 1: Bij 80 MHz en bij 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
REMARK 2: Deze richtlijnen zijn niet in alle gevallen bruikbaar. De uitbreiding van elektromagnetische velden wordt door
de absorptie en reflectie van gebouwen, objecten en mensen beïnvloed.
De veldsterkte van zenders, zoals bijvoorbeeld basisstations van gsm-telefoons en mobiele zenders,
a.
amateurzenders, AM en FM radio en tv-zenders kunnen theoretisch niet exact bepaald worden. Om de
elektromagnetische omgeving van vaste zenders te bepalen dient een onderzoek ter plaatse overwogen
te worden. Wanneer de gemeten veldsterkte op de plaats waar het apparaat wordt ingezet hoger is dan
voorgeschreven, dienen de functies van het apparaat gecontroleerd te worden. Het kan noodzakelijk zijn
aanpassingen aan de omgeving van het apparaat aan te brengen of een andere plaats voor het product te
zoeken.
Boven het frequentiebereik van 150 KHz tot 80 MHz, dient de veldsterkte geringer te zijn dan 3 V/m.
b.
36
IEC 60601 con-
Compabiliteit
trolemeting
meting
3 Vrms
150 kHz – 80 MHz
3 Vrms
3 V/m
3 V/m
80 MHz – 2.5 GHz
Elektromagnetische
omgevingsrichtlijnen
Draagbare en mobiele draadloze toestellen
met RF mogen niet in de omgeving van de
CardiAid gebruikt worden op een afstand
die kleiner is dan een aanbevolen afstand,
berekend aan de hand van de formule die
overeenkomst van de frequentie van de
zender.
Aanbevolen afstand:
d = (1.17 m/V) * √ P
voor 150 kHz - 80 MHz
d = (1.17 m/V) * √ P
voor 80 MHz - 800 MHz
d = (2.33 m/V) * √ P
voor 800 MHz – 2.5 GHz
Waarin P het maximale spanningsdebiet van
de zender in Watt (W) is zoals opgegeven
door de fabrikant, en de de aanbevolen
afstand in meter (m) is.
De intensiteit van het veld van vaste
RF-zender, zoals bepaald door een
elektromagnetisch onderzoek a moet lager
zijn dan het nalevingsniveau binnen elk
frequentiebereik b.
Parasietstoringen kunnen optreden in
de nabijheid van elk toestel dat door
het volgende symbool geïdentificeerd
wordt: