Deel 4 - Bedieningsinstructies (vervolg)
Deel 5 - Routine Onderhoud
OPMERKING :
• D e luchttemperatuur rond de patiënt zal
veranderen bij elke instelling, afhankelijk van de
luchttemperatuur in de kamer en de kwaliteit van
het isolerende deken of laken dat wordt geplaatst
over het deken.
• Gebruik de voedingseenheid enkel bij de
voorgeschreven kamertemperatuur en
spanningsvelden (zie Specificaties, pagina 9).
WAARSCHUWING
De niet inachtneming van de volgende
voorzorgsmaatregelen kan de dood of
ernstige verwondingen tot gevolg hebben.
• De instelling 46°C niet kiezen bij gebruik in
de operatiezaal.
• De instelling 46°C niet gebruiken bij
patiënten die lijden aan één van de
volgende aandoeningen :
1. Lage cardiac output
2. Lage perifere circulatie of perifere
vaatziekten
3. Volledige immobilisatie
4. Gevoelloze patiënten
7.
Plaats uw hand onder het deken om te
controleren of de voedingseenheid
opwarmt wanneer ze is ingesteld op 32°C,
38°C, 43°C of 46°C.
8.
Het deken bedekken met een gewoon
deken of een laken om de efficiëntie te
verhogen en warmteverlies uit het systeem te
minimaliseren.
WAARSCHUWING
Controleer regelmatig de temperatuur, vitale
parameters en de toestand van de huid van
de patiënt (om de 20 minuten of volgens
doktersvoorschrift). Indien de temperatuur
van de patiënt binnen de normale limieten
komt, stel dan een lagere temperatuur in
of onderbreek de therapie. Bij onstabiele
vitale parameters, onmiddellijk de dokter
verwittigen. De niet inachtneming van
deze voorzorgsmaatregelen kan de dood
of ernstige verwondingen tot gevolg
hebben.
9.
Als het aanduidingslampje "Buiten gebruik
zetten" oplicht, staak dan het gebruik. Laat
het toestel nakijken door gekwalificeerd
personeel.
4.10 Procedure voor buiten gebruik
zetten
Als de therapie voltooid is, zet dan de eenheid
buiten gebruik en koppel de slang van het deken
los. Gooi het deken weg.
5.0 Routine onderhoud
De volgende procedures voor routine onderhoud
zullen helpen bij het verzekeren van een
betrouwbare werking :
5.1 Reinigen van de voedingseenheid
Reinig het bedieningspaneel, de buitenkant van
het omhulsel, en de slang met een zachte doek
die lichtjes bevochtigd is met een niet-kleurend
ontsmettingsmiddel. Verwijder het stof afkomstig
van de ventilatoren met behulp van een stofzuiger.
5.2 Bewaren van de slang
Als de slang niet wordt gebruikt, schuif ze dan
over de haken voor bevestiging aan het bed die
zich aan de achterzijde van de voedingseenheid
bevinden.
5.3 Bewaren van de voedingskabel
Rol de voedingskabel op. Houd hem op zijn
plaats door middel van de riem die zich aan de
zijkant van de voedingseenheid bevindt. Of ook,
hang de voedingskabel op aan het haakje op de
achterzijde van de toebehorende houder.
5.4 Onderhoud van het deken
Raadpleeg de instructies die zijn bijgesloten
bij elk deken voor verdere informatie over de
correcte toepassing en het gebruik. Kleine
scheurtjes in het deken kunnen worden hersteld
met kleefband.
Dekens zijn niet steriel. Dekens zijn enkel
bedoeld voor éénmalig gebruik. Dekens moeten
worden weggegooid na gebruik.
7