Gebruik van de handleiding
(bediening, opbergen, controle)
• Draag nauwsluitende werkkleding die u beschermt zo-
als lange broek, veilige werkschoenen, sterke werk-
handschoenen, veiligheidshelm, gelaatsmasker of een
veiligheidsbril ter bescherming van uw ogen en goede
oorwatten of een andere gehoorbeschermer tegen ge-
luidsoverlast.
• Berg het toestel op een veilige plaats op. Open de
benzinetank langzaam om druk af te laten die zich
in de tankdop heeft opgebouwd. Om brandgevaar te
voorkomen verwijdert u zich minstens 3 meter van de
bijtankplaats voordat u het toestel start.
• Zet de motor van het toestel af voordat u het neerzet.
• Hou het toestel steeds met de beide handen vast.
Daarbij moeten duim en vingers de grepen omsluiten.
• Let er steeds op dat schroeven en verbindingselemen-
ten flink aangehaald zijn. Bedien het toestel nooit als
het niet correct is afgesteld, als het niet volledig is of
als het niet naar behoren is gemonteerd.
• Let er steeds op dat de grepen droog en proper zijn
en er geen benzinemengsel aan zit.
• Lei de draadspoel op de gewenste hoogte. Vermijd
met de draadspoel aan kleine voorwerpen (zoals b.v.
stenen) te komen.
• Bij maaiwerkzaamheden op een helling ga steeds be-
neden het snijgereedschap gaan staan. Snij of trim
nooit op een gladde, glibberige heuvel of helling.
• Hou elk lichaamsdeel en kledingstuk verwijderd van
de draadspoel wanneer u de motor start of laat draai-
en. Voor het starten van de motor dient u zich ervan te
vergewissen dat de draadspoel geen hindernis raakt.
• Zet de motor steeds af voordat u werkzaamheden op
het snijgereedschap verricht.
• Berg het toestel en de accessoires op een veilige
plaats die beschermd is tegen open vuur alsook tegen
warmte- / vonkbronnen zoals gasboilers, droogkasten,
oliekachels of draagbare radiators etc.
• Hou de beschermkap, de draadspoel en de motor bij
het opbergen steeds vrij van aangekoekt maaisel.
• Alleen voldoend opgeleide personen en volwassenen
mogen het toestel bedienen, afstellen en onderhou-
den.
• Bent u niet vertrouwd met het toestel, oefen dan de
omgang bij niet draaiende motor.
• Alvorens te beginnen werken dient u het te maaien
terrein in ogenschouw te nemen, want harde voor-
werpen zoals metalen stukken, flessen, stenen en iets
dergelijks kunnen worden weggeslingerd en ernstig
letsel bij de gebruiker veroorzaken en kunnen ook blij-
vende schade berokkenen aan het toestel. Mocht u
bij vergissing een vast voorwerp met het toestel aan-
raken, zet de motor meteen af en ga na of eventueel
schade aan het toestel is berokkend. Gebruik het toe-
stel nooit als het beschadigd is of gebreken vertoont.
• Trim en maai steeds in het bovenste toerentalbereik.
Laat de motor aan het begin van de maaiwerkzaam-
heden of tijdens het trimmen niet op laag toerental
draaien.
• Gebruik het toestel alleen voor de voorziene bedoe-
ling zoals trimmen en onkruid maaien.
44
NL
• Hou de draadspoel nooit hoger dan uw knie als het
toestel in werking is.
• Gebruik het toestel niet als toeschouwers of dieren
zich in de onmiddellijke nabijheid bevinden. Hou tij-
dens de maaiwerkzaamheden een minimumafstand
van 15 m tussen gebruiker en andere personen of
dieren. Bij afmaaiwerkzaamheden tot de grond toe
dient een minimumafstand van 30 m in acht te wor-
den genomen.
Bijkomende instructies
• Geen andere brandstof gebruiken dan degene aanbe-
volen in de handleiding. Neem steeds de instructies
in het hoofdstuk "brandstof en olie" van deze hand-
leiding in acht. Gebruik geen benzine waarbij geen
tweetaktmotorolie correct gemengd is. Anders zou de
motor een permanente schade kunnen worden be-
rokkend waardoor de garantie van de fabrikant komt
te vervallen.
• Niet roken terwijl u brandstof bijtankt of het toestel
bedient.
• Gebruik het toestel niet zonder uitlaat.
• Niet aan de uitlaat komen, noch met de hand, noch
met uw lichaam. Hou het toestel vast zodat duim en
vingers de grepen omsluiten.
• Bedien het toestel niet met een ongemakkelijke hou-
ding, bij ontbrekend evenwicht, met uitgestrekte ar-
men of slechts met één hand. Neem steeds beide
handen om het toestel te bedienen en omsluit daarbij
de grepen met duim en vingers.
• Hou de draadspoel steeds op de grond als het toestel
in werking is.
• Gebruik het toestel alleen voor de voorziene bedoe-
ling zoals gazon trimmen en maaiwerkzaamheden.
• Gebruik het toestel niet ononderbroken lange tijd ach-
ter elkaar, las regelmatig een pauze in.
• Bedien het toestel niet onder invloed van alcohol of
drugs.
• Het toestel enkel gebruiken als de overeenkomstige
beschermkap aangebracht is en het toestel in goede
staat verkeert.
• Elke verandering aan het product kan de persoonlijke
veiligheid in gevaar brengen en heeft het vervallen
van de garantie van de fabrikant tot gevolg.
• Gebruik het toestel nooit in de buurt van licht brand-
bare vloeistoffen of gassen, noch in gesloten ruimtes
noch in open lucht. Dit zou kunnen leiden tot ontplof-
fingen en/of brand.
• Gebruik geen ander snijgereedschap. Voor uw eigen
veiligheid gebruik enkel accessoires en bijkomende
toestellen die vermeld staan in de handleiding of door
de fabrikant worden aanbevolen of opgegeven. Het
gebruik van ander snijgereedschap of accessoires dan
vermeld in de handleiding kan een lichamelijk gevaar
voor u betekenen.
Veiligheidsmaatregelen bij het omgaan met het snij-
mes
• Neem alle waarschuwingen en instructies aangaande
het gebruik en de montage van het snijmes in acht.