GB
FR
DE
ES
IT
2. Wanneer u een slang van een snelle koppeling van 6.4
mm ontkoppelt, houdt u altijd het aflaatuiteinde van de
slang stevig vast.
3. Trek aan de schuivende borgring op de 6.4 mm snelle
koppelaar.
4. Met een stevige greep trekt u de quick-connect
luchtfitting uit die aan de snelle koppeling is
vastgemaakt.
5. Pneumatische werktuigen aan de luchtcompressor
vastmaken of van de luchtcompressor ontkoppelen.
OPMERKING: Elk werktuig is verschillend. Raadpleeg
de instructies van de fabrikant voor u een werktuig in de
zitpositie gebruikt.
WAARSCHUWING
Ontploffingsgevaar. Stel de regelaar niet af zodat de
uitlaatdruk hoger is dan de aangegeven maximumdruk
van het voorzetstuk en/of het voorwerp dat wordt
opgeblazen. Gebruik nooit een druk hoger dan 6.9
bar. Wanneer u dit niet in acht neemt kan dit leiden tot
ernstige letsels.
WAARSCHUWING
Luchtaangedreven werktuigen kunnen meer
luchtverbruik vergen dan deze luchtcompressor kan
leveren. Controleer de handleiding van het werktuig
om schade aan het werktuig of risico op letsels te
vermijden.
1. Slangen met de luchtcompressor verbinden.
2. Regel het luchtdebiet met de drukregelknop.
OPMERKING: Gebruik altijd de minimumdruk nodig
voor uw toepassing. Wanneer u een hogere druk dan
nodig gebruikt, zal de lucht uit de tank sneller worden
opgebruikt, waardoor de machine vaker zal moeten
geactiveerd worden.
3. Wanneer u klaar bent laat u altijd de tank af en trekt u
de machine uit de contactdoos. Laat de machine nooit
achter met de stekker in het stopcontact en/of laat de
machine nooit onbeheerd draaien.
TANK AFLATEN
1. Om tankcorrosie te helpen voorkomen en vocht van
de gebruikte lucht weg te houden, moet de luchttank
van de compressor dagelijks worden afgelaten.
2. Schakel de luchtcompressor uit.
NL
PT
DA
SV
FI
NO
RU
PL
CS
Nederlands
3. Trek aan de ring op de veiligheidsklep om te lossen
de drukmeter minder dan 1.4 bar weergeeft.
4. Los de ring.
5. Draai de aflaatkleppen tegen de richting van de
wijzers van de klok om te openen.
6. Kantel de tank om vocht van de tank in een geschikte
container af te laten.
OPMERKING: Condens is een vervuilend materiaal
en moet in overeenstemming met de plaatselijke
reglementen worden weggegooid.
7. Als de uitlaatklep is verstopt, lost u alle luchtdruk,
verwijdert en reinigt u de klep en plaatst u deze dan
terug.
Trek de luchtcompressor uit de contactdoos en laat alle
lucht uit de tank af voor u deze onderhoudt. Wanneer u
de druk van de tank niet lost voor u de klep probeert te
verwijderen kan dit leiden tot ernstige letsels.
8. Draai de aflaatklep in de richting van de wijzers van de
klok tot deze stevig is vastgemaakt.
CONTROLEER DE VEILIGHEIDSKLEP
Probeer niet knoeien met de veiligheidsklep. Alles
dat van dit toestel loskomt kan opvliegen en u raken.
Wanneer u dit niet in acht neemt, kan dit leiden tot de
dood of ernstige letsels.
De veiligheidsklep zal automatisch lucht lossen als de
luchttankdruk het vooraf ingestelde maximum overschrijdt.
De klep moet gecontroleerd worden voor elke dag van
gebruik door met de hand aan de ring te trekken.
1. Schakel de luchtcompressor in en laat de tank vullen.
De compressor zal zich uitschakelen wanneer de druk
het vooraf ingestelde maximum heeft bereikt.
2. Zet het luchtstation uit.
3. Trek aan de ring op de veiligheidsklep om de
lucht gedurende drie tot vijf seconden te lossen
zodat perslucht kan ontsnappen. Los de ring. De
veiligheidslosklep moet resetten en de druk behouden
voor alle geperste lucht uit de tank/druktoestel is
gelost.
51
HU
RO
LV
LT
ET
WAARSCHUWING
PERICOLO
HR
SL
SK
BG