9. Bediening
a) Algemene bediening
In-/ uitschakelen
1
Druk op de knop POWER MODE (2), om de actioncam in- of uit te schakelen.
•
De ledindicator (14) brandt als de actioncam aan staat en knippert tijdens
het opnemen.
•
Als de actioncam langere tijd niet wordt gebruikt, gaat deze automatisch
uit om de accu niet nodeloos te belasten. De tijd waarna de actioncam
uitschakelt kan in het menu worden ingesteld.
•
De actioncam beschikt over 3 gebruiksmodi: Video-opnamemodus, fotomo-
dus en weergavemodus.
•
De verschillende gebruiksmodi worden linksboven op het display (13) aange-
geven met een overeenkomstig symbool.
Druk in ingeschakelde toestand kort op de knop POWER MODE (2) om de
•
gewenste gebruiksmodus in een lus te selecteren. Schakel door de video-
opnamemodus > fotomodus > weergavemodus > en de instellingen.
10. Instellingenmenu
•
Druk op de knop POWER MODE (2) om naar het instellingenmenu te gaan.
Als het instellingenmenu is ingeschakeld, drukt u deze zo vaak achter elkaar
in tot u de instellingen bereikt.
•
Druk vervolgens op de knop ▲Omhoog / WIFI (9) en de knop ▼Omlaag (11)
om door de beschikbare instellingen in het menu te schakelen.
48