NEDERLANDS
vitrine beschadigd of misvormd raakt. Hierdoor
kunnen storingen optreden. De vitrine moet altijd
waterpas staan, zowel aan de zijkanten als voor
en achter.
Niet goed
Afb. 2
Als de ondergrond niet stevig genoeg is, kan
deze krom trekken waardoor er ruimte ontstaat
tussen het midden van de ondergrond en de
onderkant van de vitrine. Voeg in dat geval extra
ondersteuning toe om de ondergrond vlak te
houden.
Niet goed
Afb. 3
* Vermijd een locatie waar druppelvorming niet is
toegestaan.
* Stel de vitrine niet bloot aan direct zonlicht
of hogere temperaturen om schade aan de
kunststof behuizing te voorkomen.
* Zorg ervoor dat er een vrije ruimte van minimaal
15 cm is tussen de luchtuitlaat van de condensor
en de muur of andere apparatuur om een
goede luchtcirculatie te waarborgen. De achter-
en bovenzijde van de vitrine moet voldoende
ruimte hebben (ten minste 100 cm) voor goede
luchtcirculatie en gemakkelijke bediening.
Luchtuitlaat
100 cm
Afb. 4
Goed
Goed
Steun
Luchtinlaat
100 cm
Hoogte van
apparaat
15 cm
3. INSTALLATIE
BELANGRIJK
Houd de vitrine bij het dragen vast aan de
onderkant.
1) P a k d e v i t r i n e u i t e n v e r w i j d e r a l h e t
karton, de verdamperbus , tape en ander
verpakkingsmateriaal VOORDAT u het apparaat
bedient. Zorg ervoor dat u de buitenkant niet
beschadigt wanneer u de vitrine hanteert.
2) Stel de vitrine op de gewenste plaats op. Reinig
het interieur met water en zeep en spoel grondig
na.
3) Zet de vitrine waterpas in zowel breedte- (van
links naar rechts) als lengterichting (van voren
naar achteren).
4) De kant van de machine waar deze de toonbank
raakt moet met siliconen worden afgekit.
4. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
* De vitrine moet worden aangesloten op een
apart stopcontact met voldoende capaciteit. De
maximaal toegestane spanningsverandering mag
niet meer zijn dan ± 6 procent van de waarde die
staat vermeld op het typeplaatje. Raadpleeg het
typeplaatje.
* Wanneer de netvoedingskabel en/of stekker
moet worden vervangen, mag dit ter vermijding
van gevaarlijke situaties alleen worden gedaan
door een erkende onderhoudsmonteur.
5. AFVOERAANSLUITINGEN
* De slang kan worden aangesloten op de linker-
of rechteraansluiting, al naar gelang wat handiger
is.
* De aansluiting moet zoals in de afbeelding
h i e r o n d e r w o r d e n g e d r a a i d o m d e
slangaansluiting naar beneden te richten.
* Houd een luchtruimte van meer dan 5 cm aan
tussen de verticale afvoerleiding en de afvoerput.
20