• Probeer nooit de zaag tot stilstand te
brengen door met een voorwerp tegen
de ketting of het zwaard te drukken.
• Start of stop de zaag niet als de tanden
van de zaag op of in het hout staan.
Laat de zaag eerst volledig op toeren
komen voordat je de zaagketting op
het werkstuk plaatst. Stop de ketting-
zaag pas nadat je deze uit het werkstuk
hebt verwijderd. En leg de kettingzaag
alleen weg als deze volledig tot stilstand
is gekomen.
• Let op dat er geen vreemde voorwerpen
onder of op de zaag terechtkomen zoals:
stenen, aarde, glas, metaal, blikjes, etc.
Deze voorwerpen kunnen de ketting of
het zwaard beschadigen, bot maken en
eventueel de motor beschadigen.
• Bij gebruik kunnen splinters in alle rich-
tingen met grote kracht wegschieten.
Houd omstanders op afstand.
• Houd je lichaamsdelen buiten het
bereik van de zaagketting wanneer de
machine op het lichtnet is aangesloten.
• Gebruik de machine alleen met de
zaagketting in een positie van je afge-
richt. Schakel de machine nooit in een
andere positie in.
• Gebruik beide handen om de machine
te bedienen. Houd tijdens het zagen
altijd met je rechterhand de achter-
handgreep vast en met je linkerhand
de draag handgreep.
• Wanneer je een hulpmiddel (zoals een
zaagbok) gebruikt om goed te kunnen
werken, zorg dan dat het stevig staat
en niet om kan vallen.
• Gebruik de machine nooit als je op
een ladder staat of in een boom bent
geklommen. Zorg ervoor dat je op een
stabiele vlakke ondergrond staat.
Een gladde ondergrond of een instabiele
positie kan leiden tot controle verlies
en vergroot risico op letsel.
• Zaag nooit boven schouderhoogte.
• Zorg ervoor dat je bij het zagen een
veilige uitweg hebt bij het omvallen van
bomen of bij het vallen van takken.
NL - Originele gebruiksaanwijzing
• Let op dat bij het inschakelen andere
personen op een veilige afstand staan en
dat de behuizing volledig is gemonteerd.
• Houd je gezicht en lichaam op voldoende
afstand van het zwaard en de zaag.
• Altijd controleren of de invoer- en
doorvoer openingen van de machine
niet zijn verstopt.
• Let op! Sommige boomtakken kunnen
onder spanning staan, zodat tijdens
het zagen de tak een onverwachte
beweging kan maken en jou of omstan-
ders kan verwonden en/of uit balans
kan brengen.
• Laat de zaag nooit onbeheerd achter en
berg deze altijd op met de bescherm-
hoes over de zaagketting.
2.7 Terugslag
Terugslag is de op- en achterwaartse
beweging die het zwaard maakt als de
ketting plotseling met een voorwerp in
aanraking komt. Houd daarom de machine
altijd met beide handen stevig vast aan
de handgrepen wanneer de motor loopt
en wees bedacht op de terugslag. Blijf
voortdurend geconcentreerd op het werk.
Let op de volgende oorzaken van terugslag:
• Onbedoeld raken van takken en andere
voorwerpen met een draaiende ketting.
• Starten van de zaag wanneer de ketting
al in aanraking is met het hout.
• Het raken van harde materialen
(bijvoorbeeld metaal of cement) in of
naast het hout.
• Het rollen van de boomstam die je aan
het zagen bent.
• Het zagen met alleen de punt van de
zaag (vooral de bovenhoek).
• Wanneer je met de bovenkant van de
ketting zaagt en de ketting vast komt
te zitten, dan bestaat de kans dat de
machine naar je lichaam terug wordt
geworpen.
| fig.
• Een botte ketting.
• Een ketting die niet op de juiste span-
ning staat.
| fig.
• Zagen boven schouder hoogte.
| fig.
.
G
| fig.
.
I
.
K
.
B4
24