Nederlands
8. Bediening
Waterbron selecteren
8.1
WAARSCHUWING: Gebruik de machine niet
met een waterbron die troebel, modderig of
corrosief is.
— Geschikte waterbronnen:
• Emmer/waterzak.
• Sloten/kanalen/meren/zee (Na gebruik
dient men het systeem geheel door te
spoelen met zoet water).
OPMERKING: Zorg ervoor dat bij gebruik in
open water (sloten/kanalen/meren etc.) het
filter ruim van de bodem af blijft (Verschuif
indien nodig de drijver). Gebruik altijd de
bijgeleverde slang met filter voor de
waterbronnen.
• (Drink)waterleiding. Altijd in combinatie
met een systeem afscheider. Gebruik
van de reguleerstop wordt aangeraden.
OPMERKING: Maak hierbij gebruik van een
standaard waterslang met geschikte
koppeling(en).
WAARSCHUWING: Gebruik de machine
nooit zonder systeemscheider op het drink-
waternet. Zorg ervoor dat de aansluiting van
uw waterinstallatie, waarop het apparaat
wordt aangesloten, met een systeemschei-
der conform EN 12729 type BA is uitgerust.
WAARSCHUWING: Water dat door een
systeemscheider is gestroomd, wordt als
niet-drinkbaar beschouwd.
Aan/uit-Schakelen
8.2
Om de drukreiniger in te schakelen, houd u
de veiligheidsschakelaar (1) ingedrukt en
knijpt u de hoofd-aan/uit-schakelaar (2) in
(Zie Afb. B.).
Drukinstelling
8.3
De machine heeft twee drukmodi. De hoge-
drukmodus is geschikt voor het verwijderen
voor grondig reinigen en de lagedrukmodus
is geschikt voor licht reinigen en bewatering
(Zie Afb. I). De machine staat standaard in
de hogedrukmodus. Druk drukinstellings-
schakelaar (eco) (3) in om de lagedrukmo-
dus te activeren.
OPMERKING: Voor het gebruik moet u de
lucht in de slang verwijderen, houd de
machine ter hoogte van uw middel (max.
1,5 m boven waterbron) en schakel de
18
machine in. Het kan ong. 30 seconden
duren voordat het water de machine heeft
bereikt.
Een sproeistand selecteren
8.4
Kies een sproeistand, afhankelijk van uw
werkzaamheden. Sproeistanden 0°, 15°, 25°,
40° en Jet zijn geschikt voor reinigen en de
sproeistand met het sproei-symbool is het
best geschikt voor bewatering (Zie Afb. G).
WAARSCHUWING: Verander niet van
sproeistand wanneer het apparaat is
ingeschakeld.
Gebruik van de schuimsproeier
8.5
Gebruik de schuimsproeier (9) altijd in
combinatie met de verlenglans (7).
OPMERKING: Bij gebruik op een (drink)
waterleiding moet men ervoor zorgen dat de
watertoevoer geblokkeerd wordt (door mid-
del van bijv. een reguleerstop), wanneer men
geen gebruik maakt van de drukreiniger. Dit
voorkomt het leeglopen van het reservoir.
— Bevestig de verlenglans (7) aan de
machine (Zie Afb. E).
OPMERKING: Lijn voor de bevestiging de
twee nokjes op de lans uit met de uitsparin-
gen zoals weergegeven (Zie Afb. E)
— Bevestig de schuimsproeier (9) aan de
verlenglans (7) (Zie Afb. K).
OPMERKING: Lijn voor de bevestiging de
twee nokjes op de schuimsproeier uit met
de uitsparingen in de verlenglans zoals
weergegeven (Zie Afb. K).
— Haal het reservoir (18) van de schuim-
sproeier. Deze is bevestigd door middel
van een bajonetsluiting.
— Vul het reservoir met het daarvoor
geschikte reinigingsmiddel.
— Bevestig het reservoir terug aan de
schuimsproeier.
— Verwijder na gebruik het overgebleven
reinigingsmiddel uit het reservoir.
9. Reiniging en onderhoud
Verwijder de accu uit het apparaat voordat u
aanpassingen, reparaties of onderhoud
uitvoert.
Controleer het product op schade over ver-
sleten onderdelen voor elk gebruik. Gebruik
het apparaat niet als er schade of versleten
onderdelen zijn. Neem contact op met uw