INSTALLEREN
1. De buitenwanden van de oven en van het bedieningspaneel zijn
bedekt met een beschermende plastic folie. Dit folie dient
verwijderd te worden alvorens de oven in gebruik wordt
genomen.
2. Plaats de oven op een effen, horizontaal oppervlak dat sterk
genoeg is om het gewicht van de oven te kunnen dragen. Zorg
dat de oven stabiel is opgesteld, om eventuele trillingen en
storingen te voorkomen.
3. Stel de oven niet bloot aan hitte en water
Blootstelling aan hitte of water kan het rendement van de oven
aantasten en foutieve werking veroorzaken. Zorg er daarom voor
dat de oven niet dicht bij warmtebronnen en waterbronnen wordt
geplaatst.
4. Deze oven is in overeenstemming met de EMC-richtlijn
(Elektromagnetische capaciteit) 89/336/EEC. Het is evenwel
mogelijk dat storingen optreden als het apparaat te dicht in de
buurt van een radio of TV wordt geplaatst. Plaats het bijgevolg zo
ver mogelijk ervan weg.
Plaat
WAARSCHUWING – Dit apparaat dient
geaard te worden!
BELANGRIJK
De draden van het netsnoer zijn gekleurd in overeenstemming met
de volgende code:
Groen/geel:
Aarddraad
Blauw:
Neutraal
Bruin:
Onder stroom staand
Aangezien het mogelijk is dat de kleuren van de draden in het
netsnoer van dit apparaat niet overeenkomen met de gekleurde
aanduidingen van de aansluitingen in uw stekker, dient u als volgt te
werk te gaan:
De groen/geel gekleurde draad dient verbonden te worden met de
stekker-aansluiting die aangeduid is met de letter "E" of met het
aardingssymbool, of die groen of groen/geel gekleurd is.
(Afb. 1)
5. De ventilatie – openingen bevinden zich aan de achterzijde
van de oven. Laat daarom aan de achterkant een afstand van
minimaal 5 cm vrij tussen de oven en de aangrenzende
oppervlakken.
Als de oven in een omkasting is opgesteld, dient u bovenaan
tenminste 20 cm vrij te laten.
Als de ventilatie – openingen afgesloten worden, kunnen er
defecten optreden. Via deze openingen wordt er hete lucht naar
buiten gevoerd; zorg dat deze openingen niet geblokkeerd of
afgesloten worden en hang geen gordijnen tussen de achterkant
van de oven en de aangrenzende muur.
6. Wanneer u Sanyo magnetronovens op elkaar plaatst.
1) Plaats de ene magnetronoven boven op de andere en verwijder
de platen die elk met een enkele schroef aan de linker
benedenhoeken aan de achterzijde van beide magnetronovens
bevestigd zijn. (Afb. 1)
2) Verwijder de twee schroeven waarmee het frame van de
onderste magnetronoven bevestigd is.
Verwijder de schroef waarmee de rechter benedenhoek van de
bovenste magnetronoven bevestigd is. (Afb. 2)
3) Gebruik de schroefgaten in de bovenste en onderste plaat om
de bovenste en onderste magnetronovens met behulp van de
vier schroeven aan elkaar te bevestigen.
Zet de linker benedenhoek van de onderste magnetronoven
eveneens vast. (Afb. 3)
4) Breng een plastic afstandsplaatje aan in de kanaalopening van
de bovenste eenheid.
(Afb. 2)
De blauw gekleurde draad dient verbonden te worden met de
aansluiting die aangeduid is met de letter "N" of zwart gekleurd is.
De bruin gekleurde draad dient verbonden te worden met de
aansluiting die aangeduid is met de letter "L" of rood gekleurd is.
(Afb. 3)
44