NL
NAAM EN FUNCTIE VAN DE ONDERDELEN
3
1. Ovenruimte
Plaats het te koken voedsel in deze ruimte. Reinig de
binnenkant na ieder gebruik van de oven.
2. Afdekplaat van de energieverdeler
Reinig deze plaat voorzichtig.
3. Deurhendel
4. Ovendeur
5. Sluitingshaak
6. Afgeschermd ovenvenster
Terwijl de oven in bedrijf is kan het kookproces via dit venster
gekontroleerd worden.
7. Deurarm
Voorkomt dat de deur terug dichtklapt.
7
4
5
9
1
10
2
6
8 13 12
8. Keramische kookplaat
Plaats het voedsel in een geschikte schaal op deze plaat voor
het koken.
9. Kast
10. Bedieningspaneel
11. Netsnoer
12. Veiligheidssluiting
Met ingebouwde veiligheidsvergrendelingen.
13. Luchtfilter
Reinig dit filter voorzichtig.
Opmerking: Open het deurtje maximaal bij opening.
11
42