Zagen Van Zeer Smalle Werkstukken - KING CRAFT KCT 205 Mode D'emploi

Anleitung KCT 205 02.11.2001 9:12 Uhr
NL
8.2 Parallelaanslag (fig. 5)
Voor het langszagen van houten delen dient de
parallelaanslag (7) te worden gebruikt.
De parallelaanslag (7) op de rechter of linker
kant van de zaagtafel (1) schuiven.
Met behulp van de ingestempelde schaal op de
zaagtafel (1) kan de parallelaanslag (7) op de
gewenste maat worden afgesteld.
De beide vleugelschroeven (12) aandraaien
teneinde de parallelaanslag vast te zetten.
8.3 Afstellen van de zaagdiepte (fig. 6)
Alle vier vleugelschroeven (24) losdraaien.
De zaagtafel (1) kan op de gewenste zaagdiepte
worden afgesteld door ze op te tillen of te laten
zakken.
De snijhoogte kan op de schaal (x) van de
houder (25) worden afgelezen.
Zaagtafel (1) vastzetten door de vleugel-
schroeven (24) aan te halen.
Let op! Vleugelschroeven altijd vast aanhalen
om te voorkomen dat de zaagtafel ongewild
zakt.
8.4 Afstellen van de hoek (fig. 6)
De beide vastzetschroeven (26) losdraaien.
De zaagtafel (1) naar rechts zwenken en met
behulp van de schaal (a) op de houder (25) in de
gewenste schuine stand brengen.
Beide vastzetschroeven (26) weer aandraaien.
Let op! Schroeven altijd goed aandraaien
teneinde een onbedoeld kantelen van de
zaagtafel te voorkomen.
9. Werken met de cirkelzaag
Na elke nieuwe afstelling is het aan te raden een
proefzaagsnede uit te voeren om de afgestelde
afmetingen te controleren.
9.1 Zagen van smalle werkstukken
(breedte kleiner dan 120 mm) (fig. 8)
De parallelaanslag (7) instellen over-eenkomstig
de voorziene breedte van het werkstuk.
Werkstuk met beide handen naar voren
schuiven, in het bereik van het zaagblad (4)
absoluut de schuifstok (3) gebruiken. (In de
levering begrepen!).
Werkstuk altijd tot aan het eind van de
spleetspie (5) doorschuiven.
Let op! Bij korte werkstukken moet de schuifstok
reeds aan het begin van de zaagsnede worden
gebruikt.
26
Seite 26

9.2 Zagen van zeer smalle werkstukken

(breedte kleiner dan 30 mm) (fig. 8)
De parallelaanslag (7) dient te worden afgesteld
op de juiste breedtemaat van het werkstuk.
Werkstuk met schuifhout (a) doorschuiven tot
aan het einde van de spleetspie (5).
Lange werkstukken aan het einde van de
snijbeurt borgen tegen wegkantelen (bv.
afrolstandaard etc.)
Schuifhout niet bij de levering begrepen!
(Verkrijgbaar in de desbetreffende
gespecialiseerde handel)
9.3 Uitvoeren van verborgen zaagsneden (fig. 9)
Verborgen sneden en groefsneden zijn mogelijk door
de afneembare zaagbladbescherming en de traploos
afstelbare snijhoogte van 0-45 mm.
Zaagbladbescherming (2) verwijderen (zie 7.3).
Spleetspie (5) ca. 2 mm lager afstellen dan
de bovenste zaagbladtand.
De gewenste snijdiepte afstellen (zie 8.3).
De parallelaanslag (7) afstellen op de benodigde
breedte.
Het werkstuk in het zaagblad (4) schuiven. Er
dient op te worden gelet dat het werkstuk vast
op de zaagtafel (1) ligt.
De volgorde van de sneden dient te worden
gekozen zodat de uitgesneden lijst op de
rechterkant van het zaagblad (4) afvalt om een
vastklemmen te voorkomen tussen
parallelaanslag (7) en zaagblad (4)
(terugstootrisico).
9.4 Schuine zaagsneden (fig. 10)
Schuine zaagsneden worden principieel uitgevoerd
met behulp van de parallelaanslag (7).
Zaagtafel in de gewenste schuine stand
arrêteren.
Het te zagen werkstuk langs de parallelaanslag
(7) leiden. Zie 9.1 of 9.2 naargelang van de
werkstukbreedte.
9.5 45° zaagsneden van kleine werkstukken
(fig. 11)
Zaagsneden van 45° mogen slechts met behulp van
de parallelaanslag (7) en de hoekaanslag (14)
worden uitgevoerd.
Hoekaanslag (14) op de parallelaanslag (7)
zetten.
Parallelaanslag (7) op de gewenste lengte van
het werkstuk instellen en vastklemmen.
Werkstuk in de hoekaanslag (14) leggen.
Zaag inschakelen en hoekaanslag (14) samen
met het houtstuk langs de parallelaanslag (7) het
zaagblad (4) in schuiven.
Na uitvoering van de zaagsnede de zaag