DE 7-STANDENKRAAN
Attentie: Om schade aan het deksel te voorkomen mag de kraan niet als handvat
G
worden gebruikt bij het verplaatsen van het filter. Om lekkage aan het kraanme-
chanisme te voorkomen, dient de pomp te worden stopgezet bij het instellen van de
7-standenkraan. Bij het gebruik van de kraan eerst de hendel naar beneden drukken.
Daarna kan het in de juiste stand geplaatst worden.
Met de 7-standenkraan (7) zijn de volgende stroomrichtingen mogelijk:
l S
tand 1: filterspoelstand. Deze stand wordt gebruikt om het vuil onderin het
rooster weg te spoelen. Dit kan nodig zijn indien grove vuildeeltjes zich onder
het rooster hebben opgehoopt, waardoor de capaciteit terugloopt (zie
vuilindicator). Het water stroomt nu van boven naar onderen, waardoor het
vuil wordt weggespoeld. Verwijder hiervoor de afsluitdop (1). Bevestig daarvoor
wel een slang op de vuilwater uitlaat (C). De filtermaterialen worden hiermee
niet schoongespoeld. Die zullen handmatig schoongespoeld moeten worden.
l Stand 2: naspoelstand. Deze stand wordt gebruikt na de filterspoelstand om
het vuil in de kop weg te spoelen. Dit kan nodig zijn indien grove vuildeeltjes
zich in de kop hebben opgehoopt, waardoor de capaciteit terugloopt.
Bevestig daarvoor een slang op de vuilwater uitlaat (C).
l Stand 3: medicijnenstand. Het water stroomt niet via de filtermaterialen, maar
direct terug in de vijver via afvoer (B). Het behandelde water wordt niet gefiltreerd.
Wel dient na de medicatietermijn het filtermateriaal te worden omgespoeld.
l Stand 4: filtratiestand. Het water stroomt via het voorcompartiment naar het
bodemrooster en via de filtermaterialen naar de afvoer (B).
l Stand 5: blokstand. Hierbij laat het filter geen water door (zet daarbij altijd de
pomp uit). Deze stand wordt gebruikt bij het schoonmaken van de vijverpomp,
terwijl het filter vol water blijft staan. Na het schoonmaken van de pomp wordt de
kraan weer in de filtratiestand gezet.
l Stand 6: leegloopstand. Deze stand wordt gebruikt om de vijver in voorkomende
gevallen leeg te pompen. Bevestig daarvoor een slang op de vuilwater uitlaat (C).
l Stand 7: winterstand. In deze stand wordt het kraanmechanisme bevrijd van
druk als het filter buiten gebruik is. Deze stand wordt gebruikt bij het veilig
opbergen van het filter, bijvoorbeeld in de winter.
ONDERHOUD
Door gebruik te maken van de filterspoelstand is het onderhoud aan dit filter uiterst
eenvoudig. Bevestig hiervoor wel een passende slang op de uitlaat (C), waarbij het
uiteinde buiten de vijver wordt gehouden. Gedurende het seizoen het filtermateriaal
een aantal keren spoelen is in het algemeen voldoende. Dit zal handmatig moeten
gebeuren; het filtermateriaal wordt namelijk niet met de spoelstand schoongemaakt,
maar alleen het vuil onderin het filter. Het verdient aanbeveling de actieve kool 1 of 2
maal per jaar te vernieuwen, in ieder geval bij aanvang van het nieuwe vijverseizoen.
Indien door omstandigheden de watertoevoer naar het filter 4 uur of langer achterwe-
ge is gebleven, dient het filtermateriaal eerst te worden gespoeld alvorens de filtratie
te hervatten. Hiermee wordt voorkomen, dat door zuurstofgebrek gedode micro-
organismen in de vijver spoelen. Als het filter geheel verstopt is kan de afsluitdop (1)
onder het filter worden losgedraaid, waarna al het verzamelde vuil hier uitstroomt.