6
5
7
1
fig.1
5
Bij de KPM(e) is een aansluitset mee-
geleverd. Als eerste dient hiervan de
werkschakelaar (1) met de vier meegele-
verde plaatschroeven op de beugel (2) te
worden geschroefd. Hiervoor dient eerst
de werkschakelaar gedemonteerd te
worden. In de werkschakelaar wordt aan
beide zijden een wartel gedraaid. Vervol-
gens wordt het snoer(3) dat uit de kelk
komt, door de rechter wartel (4) gehaald
en op de werkschakelaar aangesloten
zoals weergegeven in het elektrisch
schema (zie fig. 5 of 6). Het snoer van de
netaansluiting (5) dient vervolgens van
onderen in de standpijp gestoken te wor-
den. Via het gat in de standpijp kan het
snoer door de wartel in de kelk (6) weer
naar buiten worden gehaald. Vervolgens
kan dit snoer via de linker wartel (7) op
de werkschakelaar worden aangeslo-
ten (zie fig. 5 en 6). Hierna moeten alle
wartels met trekontlasting vastgedraaid
worden. Vervolgens dient de KPM(e) over
de plakplaat te worden geschoven tot de
zwarte lippenring op de bovenzijde van
de plakplaat ligt. Hierbij wordt het schuim
dat in de kelk geplakt zit iets ingedrukt.
Met de drie zelfborende schroeven(8)
moet de KPM(e) op de plakplaat worden
vastgeschroefd. Dit gebeurt door deze
in de kelk te schroeven ter plekke van de
drie markeringstekens.
2
3
4
8
8. Aansluiten
De installatie moet met zo min mogelijk
luchtweerstand en vrij van lekkage wor-
den gemonteerd. Gebruik van flexibele
leidingen moet daarom tot een minimum
beperkt worden. De aansluitmaat van de
pijpventilator is ø124 mm.
9. Elektrisch algemeen
Het apparaat is standaard te schakelen
op 3 standen en dient aangesloten te
worden volgens één van de bijgevoegde
aansluitschema's (zie fig.5 en 6) en moet
voorzien zijn van aarde. Het apparaat
dient geïnstalleerd te worden conform de
plaatselijk geldende voorschriften. Bij de
uitvoering zonder perilex stekker dient
het aansluitsnoer door een installateur
te worden aangesloten. Het aansluit-
snoer moet dan met een trekontlasting
worden vastgezet. Indien het apparaat is
uitgevoerd met een Perilex stekker, mag
de stekker pas in de wandcontactdoos
geplaatst worden wanneer alles is geïn-
stalleerd. Alle apparaten zijn standaard
uitgerust met een werkschakelaar.
De ventilator mag niet meer dan
5° uit het lood gemonteerd wor-
den.
Aan de onderzijde van de werk-
schakelaar zit een gaatje voor
condensafvoer
NL - 7