Laagstand 's nachts en in geval van
■
afwezigheid (Stand 1).
13. Onderhoud gebruiker
De gebruiker dient er op toe te zien dat de
ventilator om de 3 jaar wordt gecontro-
leerd door de installateur en, indien nodig
gereinigd.
Reinigen ventilatieventielen
Reinig de ventilatieventielen met water en
zeep. Neem hiervoor de ventielen uit het
kanaalsysteem.
Zorg dat de ventielen niet onder-
ling worden verwisseld en dat de
instellingen niet worden gewij-
zigd.
14. Onderhoud voor de
installateur
Het onderhoud dient te geschieden met
elektrisch afgeschakelde motor en met de
steker uit de contactdoos.
8
9
fig. 4
Reinigen ventilator
Demonteer het deksel en het ventilator-
deel volgens de hierna genoemde proce-
dures. Reinig de ventilator met water en
zeep.
Voorkom dat er water of zeep in
de motor komt. Voorkom onba-
lans; zorg dat al het vuil is verwij-
derd.
Deksel (pos. 2)
Onder het deksel bevinden zich het type-
plaatje, het ventilatordeel en de aanstu-
ring van de motor.
Demontage:
Draai de inbusbout M5 (pos. 1) los en
neem de luchtkap en het deksel van de
ventilator af.
Montage:
Zorg dat de delen onder het deksel goed
zijn gemonteerd en niet boven de rand
uitsteken. Plaats de deksel en de luchtkap
en draai de inbusbout M5 (pos. 1) weer
1
vast.
Controleer of het deksel goed
2
vast zit.
3
4
Condensatorblok (pos. 8) (wissel-
stroom)
5
6
Demontage:
Druk met een schroevendraaier een
klikverbinding aan één kant van het con-
7
densatorblok opzij en trek tegelijkertijd
het blok omhoog. Neem het blok uit het
ventilatordeel en koppel de aansluitingen
los.
NL - 11