Work Men WMFA116BC Instructions D'origine page 20

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

MONTAGE VAN DE SLIJPSCHIJF
Sommige slijpschijven hebben een
montagemerkteken. U moet erover waken deze aan
te brengen in de door de fabrikant aangeduide
positie.
Contact: as-boring
Voorbeelden van montagemerktekens van de
gerichte slijpschijven
TYPE BEVESTIGING
Volgens het type machine, het type slijpschijf en het
slijpprocédé wordt één van de volgende montages
uitgevoerd:
-
Bevestigingsflenzen voor
slijpschijven met centrale boring
Voor een gegeven montage moeten de
twee flenzen dezelfde diameter en dezelfde
vorm hebben. Deze worden zodanig
uitgehold dat slechts een ringvormig
gedeelte, identiek voor de twee flenzen,
instaat voor de aanspanning. De flens moet
schoon, vlak en vrij van vet zijn. De
diameter van de flens moet minstens 1/3
van deze van de slijpschijf bereiken (1/4
voor afkortschijven op stationnaire
machine).
De slijpschijven moeten in alle veiligheid worden
bevestigd op de pen van de machine. In geval van
bevestiging door middel van flenzen die één of
meerdere moerkronen hebben, moet de
aanspanning plaatsvinden door van de ene moer
naar de andere diametreel tegenoverstaande moet
te gaan. Zorg dat de moeren en bouten schoon en
in goede staat zijn.
Voorbeelden van flenzen
Conische
Rechte
flenzen
flenzen
voor
afbraam-
schijven
- Onderleggers
Uitgeholde
Rechte
rechte
flenzen met
flenzen
ineensluiting
De onderleggers zijn vervaardigd uit een soepel
samendrukbaar materiaal (karton, kunststof of
rubber) en worden tussen de flensen en de
slijpschijf geplaatst bij de montage. We raden
onderleggers in plastic of in rubber aan voor
slijpschijven met fijne korrel gebruikt onder
besproeiing die langdurig in werking worden
gesteld.
De onderleggers zijn niet noodzakelijk voor
slijpschijven van vorm 4 met conische semi-flexibele
spanflenzen, soepele schijven, afkortschijven met
een dikte T ≤ 1mm, schijven op schotel gelijmd,
kleine schijven met een diameter van
≤ 20 mm en slijpstenen
Verloopringen
Als een verloopring wordt gebruikt om de boring van
een slijpschijf te verkleinen, dient genoteerd dat de
ring geen flenzen mag hebben op het ondervlak.
Voorbeelden van een correct gebruik van de
Stationaire dreunflenzen voor slijpschijven met
ingebouwde moeren. Deze flenzen mogen geen
uitholling vertonen. U hoeft geen onderlegger te
plaatsen
Montage van de segmenten op een steunblad
De segmenten worden op een rond blad geplaatst
dat ook wel segmenthouderblad wordt genoemd.
Op de contactpunten met de spanhoeken kan men
onderleggers plaatsen om het verschijnen van
spanningen in de segmenten te voorkomen. De
uitsteek van de segmenten Lf (lengte die uitsteekt
voorbij de segmenthouderkop) mag niet meer dan
1,5 maal hun dikte bedragen.
Verscho-
ven naaf
verloopringen
Montagesysteem
Slijpschijf conisch
buisstuk type 11

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières