o) Het draagbaar elektrisch werktuig niet
gebruiken in de nabijheid van ontvlambare
materialen. Vonken lopen het risico deze
materialen te doen ontvlammen.
p) geen hulpstukken gebruiken die het gebruik
van vloeibare koelmiddelen vereisen. Het gebruik
van water of van andere vloeibare koelmiddelen
houdt het risico in een elektrische ontlading te
veroorzaken.
TERUGSTUITEN EN OVEREENKOMSTIGE
VEILIGHEIDSAANDUIDINGEN
Een terugstuit is een plotse reactie van een
draaiend hulpstuk dat is blijven vasthaken of
geblokkeers is geraakt, zoals een slijpschijf, een
schuurschotel, een metalen borstel enz. De
vasthaking of de blokkering veroorzaakt een
bruuske stop van het draaiend hulpstuk. Daardoor
wordt een ongecontroleerd draagbaar elektrisch
werktuig versneld op de plaats van de blokkering, in
de tegengestelde draairichting aan deze van het
hulpstuk.
Als een slijpschijf bijvoorbeeld blijft vasthaken of
geblokkeerd geraakt in het werkstuk, kan de rand
van de slijpschijf die in het werkstuk is verzonken
vastgehaakt blijven en het uit elkaar spatten van de
slijpschijf of een terugstuit veroorzaken. De
slijpschijf verplaatst zich dan naar de gebruiker toe
of weg van hem, volgens de draairichting van de
schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij lopen
de slijpschijven bovendien het risico te breken.
Een terugstuit is het gevolg van een verkeerd
gebruik of van een foutief gebruik van het draagbaar
elektrisch werktuig. Dit kan worden vermeden door
de aangepaste voorzorgsmaatregelen te nemen
zoals hieronder beschreven.
a) Het draagbaar elektrisch werktuig goed
vasthouden en het lichaam en de armen in een
zodanige positie houden waardoor u de
terugstuitkrachten kunt opvangen. De extra
handgreep steeds gebruiken als deze aanwezig
is, om de best mogelijke controle te hebben over
de terugstuitkrachten of de tegenwerende
koppels bij de acceleratie met volle snelheid. De
gebruiker kan de tegenwerkende en
terugstuitkrachten beheersen door de gepaste
voorzorgen te nemen.
b) Uw hand nooit in de buurt van draaiende
hulpstukken brengen. In geval van terugstuit kan
het hulpstuk op de hand van de gebruikter
terechtkomen.
c) Vermijden van aanwezig te blijven in de
ruimte waarin het draagbaar elektrisch werktuig
in beweging zou zijn in geval van terugstuit. De
terugstuit voert het draagbaar elektrisch werktuig
naar de tegengestelde richting aan de verplaatsing
van de schijf op de plaats van de blokkering.
d) Uiterst voorzichtig werken in de hoeken, op
scherpe randen enzovoort. Vermijden dat de
hulpstukken terugstuiten op het werkstuk en
vastlopen. Het draaiend hulpstuk kantelt in de
hoeken, op de scherpe randen of als het terugstuit
en bovendien loopt het vast. Dit leidt tot een
controleverlies of een terugstuit.
e) Geen kettingzaagbladen of bladen met
gekartelde randen gebruiken. Dergelijke
hulpstukken veroorzaken vaak een terugstuit of
controleverlies over het werktuig.
BIJZONDERE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN VOOR
HET SLIJPEN EN HET AFKORTEN
a) Alleen de slijpschijven toegelaten voor het
betreffende draagbaar elektrisch werktuig en de
voorziene beschermkappen voor deze
slijpschijven gebruiken. De slijpschijven die niet
ontworpen zijn voor het draagbaar elektrisch
werktuig kunnen eventueel onvoldoende beschermd
zijn en zijn niet veilig.
b) Het slijpoppervlak van de slijpschijven met
naaf moet worden gemonteerd onder het vlak
van de lip van de bescherminrichting. Een op
verkeerde wijze gemonteerde slijpschijf die uitsteekt
voorbij het vmal va, de lip van de
bescherminrichting kan niet op gepaste wijze
worden beschermd.
c. De bescherminrichting moet stevig bevestigd
zijn op het elektrisch werktuig en in het zicht
geplaatst voor een maximale veiligheid, zodanig
dat de operator zo weinig mogelijk wordt
blootgesteld aan de slijpschijf. Het
beschermcarter moet de gebruiker beschermen
tegen splinters en een ongewild contact met de
slijpschijf, evenals vonken die het gevaar inhouden
uw kleding te laten ontbranden.
d) De slijpschijven mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen
toepassingsmogelijkheden. Bijv.: Nooit slijpen
met het zijvlak van een afkortschijf. De
afkortschijven zijn voorzien om het materiaal aan te
pakken met de scherpe rand van de schijf. Een
zijwaartse actie op deze slijpschijven houdt het
risico in dat ze gebroken worden.
e) Steeds spanflenzen in perfecte staat
gebruiken, met afmetingen en vorm aangepast
aan de gekozen slijpschijf. De aangepaste flenzen
ondersteunen de schijf en verkleinen het risico van
breuk van de slijpschijf. De spanflenzen bestemd
voor afkortschijven kunnen verschillen van de
flenzen voor andere slijpschijven.
f) Geen versleten slijpschijven gebruiken
afkomstig van grotere draagbare elektrische
werktuigen. De slijpschijven bestemd voor grotere
draagbare elektrische werktuigen zijn niet
afgestemd op de hogere snelheden van de kleinere
draagbare elektrische werktuigen en lopen het risico
te breken.
ANDERE BIJZONDERE
VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN BETREFFENDE HET
AFKORTEN
a) Vermijden van de afkortschijf te blokkeren en
deze te onderwerpen aan een te sterke druk.
Geen snijhandelingen van te grote diepte
uitvoeren. Een overbelasting van de afkortschijf
verhoogt haar belasting en de waarschijnlijkheid van
plooien of blokkeren en bijgevolg de